SOUBURGSE NOTITIES 7 Twee weken nadat mijn ouders het huisje aan het Dorpsplein (aan de Zuidzijde van het hui dige Marnixplein) in West-Souburg hadden betrokken werd ik geboren. Een jaar later, n.l. op 3 december 1907, stierf grootvader Martinus de Witte. Vader heeft mij op 19 januari 1908 gemeten; ik mat 73 cm en 3 mei d.a.v. 77 cm met schoen tjes aan. Mijn moeder mat toen 162 en vader 157 cm op kousen. Nadat grootvader overleden was, werden de onroerende goederen, de inspan en het huisraad enz. getaxeerd en beschreven in de acte van scheiding. Deze beschrijving geeft een kijk op een hofstede met toebehoren uit die tijd. Het hof bestond uit het huis, de schuur, het wagenhuis, het kippen- en varkenshok, het erf, de boomgaard en de tuin. Bovendien het huis naast hetgene dat door grootmoeder bewoond werd en het huis dat uit het voormalige wagenhuis was verbouwd en tenslotte het kleine huisje waar mijn ouders en ik woonden. Tenslotte het bouw- en weiland, de Molshoek, de Hoekwei en het Land van 't Bosch. De inspan bestond uit 2 werkpaarden, 11 melkkoeien, 2 stieren, 3 loopvarkens, 50 kippen, 2 menwagens, driewielkar, lamoenkar, hooihark, ijzeren ploeg, eggen, rolwagen, veldslee, rolblok, sleepdeur, snijmolen, mangelmolen, windmolen, geselstoel, dorsvlegels, slijpsteen, kiekenrennen, ladders, handgereedschap, paardewant, hooi, stro, aardappels en wat verder

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1979 | | pagina 11