bloem, roos, kruisje, vogeltje, enz. Wanneer een snijder een kwarretje in het hout aantreft boort hij dit zorgvuldig uit het hout. Hij plaatst er daarna een houten penntje in van ebbenhout, en hij snijdt er vervolgens een figuratief roosje omheen. Men ziet er dan niets meer van! Op deze manier wordt een kwarretje zelfs benut, want anders zou de messnijder het ontworpen palmhouten heft moeten wegwerpen. De mesheften van Castel zijn door de vrije werkwijze geen van alle gelijk. Dat is met mes heften, die voor de winkelverkoop gemaakt zijn, dikwijls wel het geval. Deze worden meer in serie gemaakt. Het is natuurlijk wel handwerk. Castel schept door zijn werkwijze met vrije motieven meer echte volkskunst dan anderen, die strikt naar een vast model werken. De oude Puijpe zal volgens hem ook wel uit 't hoofd hebben gesneden. Puijpe gebruikte weer andere motiefjes. Castel heeft eens een boerenmesheft moeten snijden voor Koningin Wilhelmina. Dit was ter gelegenheid van het 35-jarig regeringsjubileum van de Koningin, dus in 1933. Hij kreeg palm hout, dat afkomstig was van de Kon. Mij. De Schelde, Castel sneedt enkele bijzondere motieven op dit heft, verband houdende met het regeringsjubileum. Het bleek echter palmhout te zijn dat slecht bewaard was. Het besneden hout ging sterk werken onder zijn handen. Er sprong een hele snede over de kop van het mesheft. Er was geen middel te vinden bij een raadgever. Castel zette ten einde raad een pan water op en hij ging het hout maar eens koken. De scheur trok dicht! Toen heeft hij het mesheft af kunnen maken. En het heft is in prima staat gebleven. Hij heeft een bedankbrief ontvangen van de particulier secretaris van Koningin Wilhelmina. De Koningin was er zeer mee ingenomen, en bij een bezoek aan Souburg zou zij kennis met hem willen maken, werd geschreven. De heer Castel heeft ook enkele uitvindingen gedaan. Zo een bonenzaaimachientje, dat om de 28 centimeter twee boontjes liet vallen. Ook heeft hij een model ontworpen om er enkele vreemdelingen tegelijk mee te kunnen fotograferen in hoerendracht ten behoeve van het destijds zeer grote vreemdelingenverkeer in Middelburg. Hoe dit mogelijk was? Hij wilde op zijn vondst een patent aanvragen, maar dat lukte niet. Burgemeester jhr. Van Doorn van Koudekerke kon hem niet helpen. Toen burge meester Stemerding kwam ging Castel daar ook heen. Castel droeg toen nog de hoerendracht. Hij stak een mooi gesneden boerenmes met heft in zijn zak, de schede in de rechterbroekzak zó dat het mesheft er uit stak, en hij naar het spreekuur. Stemerding vroeg: wat doe je? Ben je fotograaf? Nee, antwoordde Castel, ik rijd reserve bij de gemeentereiniging. En dit maak ik ook. Toen legde Castel het boerenmes op het bureau. Doch Stemerding zeide echter, dat het verlenen van een patent niet mogelijk was. Toen schreef Castel aan de Commissaris van de Koningin in Zeeland. En die verzocht aan de burgemeester eerst rapport uit te brengen. Castel moest opnieuw bij de burgemeester komen. Deze voegde hem toe: Nou heb ik toch gezegd dat dit niet kan! Castel zeide: Kiek burgemeester, ik ben een Zeeuw en ik dienke twee wete er meer dan één. Wederom zeide de burgemeester: En dat kan niet! Toen antwoordde Castel: dan ga ik morgen met een draaiorgel over het durp. En Stemerding weer: en dat mag jij niet. Castel: wie zou me dat beletten? Stemerding: ik, als hoofd van politie. Daar heeft Lok 1) het alleenrecht voor. Castel: wordt er dan wel alleenrecht gegeven voor een orgel, en wordt er geen vergunning gegeven voor iets wat niet bestaat? Stemerding opnieuw: patent verlenen gaat niet. Castel: 't Zou dan maar beter wezen als de Koningin hier maar eens kwam. Stemer ding: wat zou je dan doen? En Castel toonde zijn brief, waarin stond dat hij zou worden uitgenodigd zodra de Koningin Souburg zou bezoeken! Daar keek de burgemeester natuurlijk van op. 1) Lok was de orgeldraaier met een vergunning. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1979 | | pagina 9