VOOR GALG EN RAD Onlangs verscheen een boekje van de zenuwarts Dr. H.C. Jelgersma over Galgebergen en galgevelden in West- en Midden-Nederland. Hij beschrijft daarin dat in heel West-Europa de openbare terechtstellingen plaatsvonden op een terrein midden in de stad ten aanschouwe van de burgerij en de autoriteiten. De straf was hiermee echter niet afgelopen. Het lijk werd daarna op onterende wijze overgebracht naar het galgeveld buiten de stad om daar te worden tentoongesteld 'tot Afschrick ende Exempele'. De gehangenen werden daar weer aan de galg gehangen en de mensen die geradbraakt waren werden op een rad boven op een paal geplaatst, soms nog levend als ze de genadeslag niet hadden gekregen. Soms werden ze op een staak gespiest en zo werden ze dan 'overgedragen aan de vogelen des hemels', de kraaien en raven. Vandaar 'kraaienmars' en 'zwarte kraai' in de volksmond. Deze gruwelijke rechtspleging werd direct na de omwenteling in 1795 afgeschaft. De kadavers moesten direct worden begraven en binnen zes weken moesten de galgen worden gesloopt en de galgevelden opgeruimd. Na het lezen van dit interessante boekje vraag je je natuurlijk af, hoe het de Vlissingers ver ging, die voor galg en rad opgroeiden. Gelukkig geven oude gravures en stadsplattegronden van rond 1570 veel informatie omdat de galgevelden er griezelig nauwkeurig op werden af gebeeld. De galg stond op de Bierkaai voor het Stadtsghevanghenhuys (Bellamypark 35) waar nu een ronde blauwe steen in het plaveisel de plaats aangeeft. Daar werden op 29 april 1572 drie Spaanse edelen opgehangen, waaronder Don Pacieco, de bouwmeester van de Citadel. Van deze bekende terechtstelling bestaat een gravure van J. Luyken. Het galgeveld bevond zich toen op het strand op de landtong aan de zeezijde van de Vissers haven, op de plaats van het tegenwoordige Arsenaal. Het was te bereiken via de Altena'se Poort. Er stond een portaalgalg, een gewone galg, een paar raden en een spies. De vogelen des hemels zullen hier wel Mantel- en Zilvermeeuwen zijn geweest. In 1580 werd dit stuk grond ingedijkt en aan de voorzijde van een vestingmuur voorzien, de Muur van Altena. De Vissershaven kwam nu dus binnen de vesting te liggen en het galgeveld moest verdwijnen en werd verplaatst naar de duinen. Bij Huvers eindigt nu de Galgeweg. In 1587 werd geschreven dat daar 't Grechte nu is opge recht'. De gravure van Braun Hogenberg toont ook nog een galgeberg op de weg naar Middelburg en een galg op de Grote Markt. Toen in 1598 het nieuwe stadhuis klaar was, werd daar een groter of kleiner schavot opgericht naargelang de belangrijkheid van de executie. Uit al deze bekende details vormt zich nu toch een beeld van de vroegere terechtstellingen in Vlissingen. v.D. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1979 | | pagina 15