As. A
O
a
a
O
WANDELEN IN ALLE VROEGTE
EEN POTJE SLABBERJAN
^lABBBRjAJVir.
De zaterdag na Hemelvaartsdag is in alle vroegte altijd gereserveerd voor de wandelaars
onder ons. En ook dit jaar waren die in flinke getale komen opzetten.
De heren Smulders en Joosse als vaste begeleiders en dit jaar evenals in 1978 het Oranjezon-
gebied als wandelterrein. Je kunt er eigenlijk nooit genoeg van krijgen. Wat is dat toch een
geweldig stuk natuur. Wat zijn wij toch bevoorrechte Nederlanders, als je in zo'n omgeving
woont en wat zijn we toch een bevoorrechte vereniging, als je altijd weer leden bereid vindt
om iets over hun liefhebberij, hun werk of bezigheden aan anderen te willen doorgeven.
Op bovenvermelde heren mogen we elk jaar weer een beroep doen. Zij komen en wi j komen
en we hebben samen weer genoten van bloemen, planten, vogels, wolken en zon. Wat dat
laatste betreft hadden we weinig hoop, maar tot het eind van onze wandeling bleef het weer
schitterend. Daarna was het weer mis, somber en regen. Het verslag van 1978 was bijna eens
luidend, ook toen een zonnige wandeling in een regenachtige week. Het verschil met toen was
echter, dat wij dit jaar geen groot wild hebben gezien. Maar wie weet het volgend jaar?
Inderdaad is het zoals het in 'De
Wete' van april 1979 staat: het daar
genoemde adres is het enige waar het
Slabberjanspel te koop is, voorzover
ik weet. Mijn dochter heeft er ver
leden jaar een gekocht, ze betaalde er
ƒ30,voor. Met hoe meer mensen
je het speelt, des te gezelliger is het.
Ik heb het vroeger wel gespeeld met
een spel van 42 garenklosjes, waarvan
het ene gedeelte was afgezaagd (dat
kan weggegooid worden). Het andere
platte gedeelte was beplakt en daarop
waren de figuren getekend. Ze hadden
dus de vorm van een tol, ongeveer
hetzelfde model als de gekochte blok
jes. Doe-het-zelvers kunnen er best
wat van maken. Je hebt er 42 garen
klosjes voor nodig, maar vrouwen
vertelden me dat die tegenwoordig
niet meer gebruikt worden.
Slabberjan is een echt Zeeuws spel,
ook een heel oud spel. Ik heb eens ge
lezen, dat het in de late middeleeuwen
met huurlegers uit Italië naar het
noorden is gekomen. In Zeeland moet
het, volgens een andere lezing, inge
voerd zijn door een zekere Serlé. Hij
was geboortig uit Westkapelle, een
zeeman die in West-Indië gezworven
had en het mogelijk van daar heeft
meegebracht.
J.L.
JWHk jjffk KA
VOGEL TJE
HERBERG