januari 1852 was o.a. als toeschouwer aanwezig: Willem Midavaine, geboren 23 januari 1829
te Grijpskerke, landbouwer, en overgrootvader van de heer W. Davidse, Noordstraat 10,
welke laatste mij verschillende gegevens verschafte. De familie met de belangstellenden
stonden meer aan de oostzijde van de gafkelder, terwijl de timmerman met zijn knechten aan
de westzijde meer achterwaarts met hun attributen stonden en terstond na de begrafenis de
kelder voor goed dichtmetselden.
De maten van de graven zijn binnenwerks 2,40 x 0,90 m en diep 0,90 m. De afmetingen van
de gehele grafkelder buitenwerks horizontaal zijn 3,10 x 2,85 m. Hij is gebouwd van gele
stenen en daarna bepleisterd.
De kelder is afgedekt met 2 ruwe blauwe hardstenen zerken van 3,10 x 1,45 m en dik 10 cm,
liggende in de lengte van west naar oost, zoals de kelder van west naar oost is georiënteerd,
wellicht vanwege het gebruik de lijken te begraven met het gezicht naar het oosten.
Over de naad tussen deze beide zerken is een cirkelsegment van gele stenen gemetseld ter
breedte van 1,50 m en ter hoogte van 0,20 m.
De zerken zijn hoogstwaarschijnlijk resp. eerst aan de zuidzijde en dan aan de noordzijde
voor de begrafenissen afgehaald en weer opgelegd, zodat verondersteld mag worden dat de
broer aan de zuidzijde (eerst gestorven) en de zuster aan de noordzijde is begraven.
De begraafplaats werd in 1857 als legaat overgeschreven op naam van de kerkelijke gemeente
van Grijpskerke, welke een kapitaal van 2000,2Viop Grootboek ontving, waarvoor
zij het terrein en de sloten netjes moest blijven onderhouden onder oppertoezicht van steeds
het oudste lid der familie op Walcheren, enz. 'tot er 100 jaren zijn verlopen na de begraving
van het laatste lid der familie, of den echtgenoot van een derzelve, indien een zoodanige de
laatst begravene zal zijn, op welk tijdstip eerst de vrije beschikking van den grond en daaraan
verbonden kapitaal zal worden verkregen'. (Testament van Joh. Pa. Steengracht van 21 april
1847).
15