ontrent geweest hebbende; ende alle verder deliberatie desen-aengaenden uytgestelt tot Maendage'. Na het weekeinde wordt de zaak vrijwel onmiddellijk weer opgepakt. 'Van wegen de Gecommitteerde Raden is de Heeren Staten rapport gedaen van de getuyge- nisse, Saturdagh lestleden opgenomen in de zaecke meermalen hier voren gemelt, te weten, van Mr. Adriaen Geeraets, Chirurgyn, D. Jacobi Migrodius, Raphael Meilant, Handtschoenmaker, den Apotheker op den hoeck ontrent de Zuyt- Poorte van het Hof, ende Janneken Theunis, woonende in de Goude Sprinck- hane, op de Haven der Stede Middelburgh; ende gevraeght of de Vergaderinge mede believede te hooren Josias de Bree; na dat zulcx was onnodigh geaght, zyn andermael gelesen de Verklaringe van de Heeren van Elfdyck ende Thienhoven, partyen; item van de getuygenissen op den 20. deser namiddagh in volle Verga deringe gehoort. By lectuere van welcken, is geoordeelt, dat den eersten oorspronck van de querelle is gekomen van den Heere van Elfsdyck, ter occasie van de stemminge op het Raetschap van State, in de Vergaderinge gevallen, ende van dien oorsprongh de hevigheyt van denselven haer heeft tot verbale injurien eerst gedragen, waer op dan meer injurien zyn gevolght; dat de stemmingen in de Vergaderine behoorde vry te wesen, buyten berispinge van ymanden, staende alleene te verantwoorden voor de Heeren Committenten; voorts, aengaende de redresse van deze disordre, ende consideratie van het publycq reght ende ordre in desen geledeert. Belangdende het eerste poinct, hebben d'Eerst-Ed., Middelburgh, Zierickzee, Vlissingen en Vere, ende eyntlycken mede die van der Tholen, geadviseert, dat men den Heere van Elfsdyck zal te huys sende Acte, waer by hem wert verboden ter Vergaderinge van de Heeren Staten van Zeelant te compareren binnen den tyt van drie Jaren, alsmede geduerende denselven tyt te staen na eenigh Ampt, Officie ofte Bedieninge, ter Collatie van deze Tafel behoorende. Ende hoewel die van der Goes met veele redenen hebben gepooght de Vergaderinge te bewegen, dat eerst en vooral werde gelet op de ordren die in 't publyck moghten dienstigh wesen, ende de Ambitie refreneren in 't toekomende, al-eer in 't particulier yets te statuëren; ende 't selve by 't meerendeel van de Leden wesende afgestemt, dat niets in desen werde geconcludeert, dan na dat sy de incli natie van de Vergaderinge desen aengaende mette redenen daer toe dienende hadden gecommuniceert met hunne Principalen, ende daer op ingesonden rescriptie, als wesende questie van de Censure van een notabele Personagie in den Eylande van Zuyt-bevelant, een Lidt der Magistraat der Stede Goes, ende sy jegenwoordigh niet wetende wat consideratien hare Principalen op de zaecke moghten nemen, zoo tot versaghtinge ende moderatie van de Censure, als tegen de wederpartye; is niet te min by de andere Leden verstaen, dat de Resolutie by ses stemmen genomen zal effect sorteren, niet konnende het geleden schandael lyden eenigh uytstel, zonder de Regeeringe van 't Lant en de Regeerders in meerder vilipendentie by te Onderdanen te engageren, blyvende tusschen Partyen by desen onverlet zoodanigen reght, als sy ter cause van desen voorval tegen malkanderen moghten pretenderen, &c.'. Het voorgaande spreekt alweer voor zichzelf. Naar aanleiding van de begeving van het 'Raetschap van State' is een in meer dan één opzicht platvloerse rel ont staan. Dat blijkt vooral als we letten op de opgeroepen getuigen: niet alleen om standers, vooral ook omwonenden, die niet slechts hebben gezien, doch ook ge hóórd hebben. Het is allereerst dit aspect, het grote schandaal dat regering en 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1981 | | pagina 10