Veerse weg is allereerst een onderzoek van het thans, ondanks de ramp van 1940, nog beschikbare kaartenmateriaal belangrijk. Daarna dient nagegaan te worden of partikulieren, waterschap of waterschappen of ambachten c.q. gemeenten bij de aanleg waren betrokken, in het bijzonder de Franse bezetter. De kaart van P. Lampert in steendruk vermenigvuldigd naar een tekening in 1851 voor het polderbestuur vervaardigd (origineel in 1940 verbrand) bevat reeds het kaarsrechte tracee van de nieuwe Veerse weg. De voortreffelijke kaart van de Ingenieurs Hattinga uit 1750 in het Rijksarchief Zeeland bevat beide tracées onder de namen 'Straatweg op Veere' resp. 'Oude Veerse Weg'. De overlevering van aanleg door Napoleon wankelt. De kaart van Walcheren in de Kroniek van Smallegange van 1696 geeft zowel het tracee van de kaarsrechte als van de slingerende weg van Middelburg naar Veere. Het origineel van de kaart die Christoffel Bernards in 1641-1642 en 1643 maakte 'tot dienst van 't land van Walcheren', door De Waard in 1914 in zijn inventaris nog vermeld onder no. 2302, is ook verbrand in 1940. In de Atlas van Hattinga, hierboven genoemd, bevindt zich gelukkig nog een copie, gemaakt in de 18e eeuw en ook hierop staat de kaarsrechte weg naar Veere. Na dit globale onderzoek van kaartmateriaal ligt dan voor de hand een raadpleging van stedelijke archieven voorzover nog aanwezig om na te gaan of de kaarsrechte weg te danken is aan een stedelijk initiatief. Het Middelburgse archief is in 1940 grotendeels verbrand maar er bestaat - gelukkig een zeer uitgebreid uittreksel van de stadsrekeningen van de bekwame Domburgse onderwijzer Kesteloo met goede indexering en gepubliceerd in diverse delen van het Archief van het Zeeuws Genootschap. Het achtste deel, vierde stuk, blz. 13, vermeldt dat de stad Middelburg in 1669 en 1670 los- en lijfrenten verkocht tot een totaal van 4000 ponden vlaams of 24.000 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1981 | | pagina 10