toenmalige guldens voor de aanleg van een 'rijwegh van deze stad naer der Veere tot het maken ende beklinckeren van denselven wegh' (genoemd bedrag was al eerder voorgeschoten door de Middelburgse 'Bank van Leening'). Ter vergelijking om enige aanwijzing te hebben wat toen met dit bedrag kon worden gedaan nog het volgende uit 'Kesteloo stadsrekeningen' in hetzelfde nummer van Archief Z.G.: blz. 59: er werd 55.16.6 betaald voor het maken van een voetpad naar Koudekerke in 1652. blz. 14: de opgezetenen van de Schroeweg betaalden 1/3 of 20 in de kosten van het maken van 'de gaepat mette lenen aan de selve wech beginnende aan de Vlis- sinsche poorte ende soo voorts een groot gedeelte van de voors wech' in 1665. Eén raadseltje bleef. De in de 18e eeuw gemaakte copie van de tussen 1641 en 1643 gemaakte 'caert' van Bernards bevat het tracée van de kaarsrechte Veerse Weg terwijl deze weg volgens de stadsrekeningen voor 1669 is aangelegd door Middelburg. Zou de financiering door de stad Middelburg pas 25 jaar na de voorfinanciering van de Bank van Leening zijn 'overgenomen'? Vast staat dus wel dat de Nieuwe Veerse Weg niet is aangelegd op bevel van de Franse keizer. Alleen blijft nog wel mogelijk dat deze de verharding van de 'beklinckerde weg' heeft verbeterd met het oog op zwaar militair verkeer. Breeweg met voetpad halverwege Koudekerke - Middelburg. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1981 | | pagina 11