zowel gallus (haan) als ventilogium (windwijzer). Het voorrecht dat de Franse
edellieden op dit gebied genoten, vermeldde ik reeds. Zij, die bij de bestorming
van een vijandelijke vesting het eerst hun banier op de muur plantten, hadden
recht op de weerhaan. Met dit voorrecht van de inheemse adel houdt dit feit ver
band, dat dit dier het symbool van de Franse republiek werd. De Gallische
stammen gebruikten zijn afbeelding als veldteken en nog spreekt men, evenals van
de Nederlandse leeuw, van de Gallische haan. Hij is hier het zinnebeeld van de
overwinning en hij 'kraait victorie'.
Reeds de Grieken waren getroffen door de dapperheid, vurigheid, vechtlust en
waakzaamheid van de haan. Hij werd beschouwd als de overwinnaar van de duis
ternis en de verdrijver van boze geesten. Om zijn 'gezang' werd hij geprezen; wel
spreken wij oneerbiedig van 'gekraai' maar het woord 'haan' is verwant met het
Franse 'chanter', dat zingen betekent en daarom heet hij ook 'c(h)antecleer' (Van
den Vos Reijnaerde). Hij was aan Apollo (de zonnegod) gewijd, omdat men dacht
dat hij door zijn gekraai de opkomende zon aankondigde. Aangezien men meende
dat bij het eerste hanegekraai de geesten op de vlucht gingen, verscheen er op de
huizen in Westfalen een haan tot bescherming tegen onheil, onder andere
blikseminslag. Er zijn allerlei theorieën in omloop over de vraag, waarom juist
een haan op kerktorens zou passen. Dit wordt onder andere in verband gebracht
met de verloochening van Petrus: '...eer de haan kraait, zult gij Mij driemaal ver
loochenen' (Mattheus 26:34). De haan zou daarom op de torens staan om de
ontrouwen te waarschuwen en tot inkeer op te wekken.
Naast hanen vinden we allerlei andere vormen van windwijzers. Veelal zijn de
voorstellingen daarvan ontleend aan het bedrijf, dat de eigenaar van het huis
uitoefende. Op oude hofsteden op Walcheren ziet men vaak twee windwijzers
staan, de ene in de vorm van een koe, de ander in de vorm van een paard. Op deze
wijze wordt den volke kond gedaan, op welk einde van de boerderij de koeien dan
wel de paarden staan. De legendarische figuur van de zeemeermin komen we,
behalve op koekplanken en oude wandtegeltjes, ook vaak tegen als windwijzer,
onder andere op het stadhuis in Middelburg.
Op Lutherse kerken prijkt vaak de zwaan als symbool van Luther. Dit houdt ver
band met het verhaal, dat Johannes Hus tijdens zijn marteldood (in 1415) zou
hebben gezegd: 'Gij verbrandt een gans Hus), maar na mij zal er een zwaan
Luther) opstaan'.
Hoewel het aantal oude windwijzers in de loop der jaren schrikbarend achteruit is
gegaan, wint in de laatste tijd de neiging veld om eigen huis en erf door een toe
passelijk kenmerk reeds van verre te onderscheiden. Op de daken van moderne
villadorpen verrijzen windwijzers die voorstellingen dragen ontleend aan het
beroep van de bewoner of met een zelf uitgezochte zinnebeeld.
Als u nu gewapend met deze wetenschap op zoek gaat naar windwijzers in ons
heem kunt u voor uzelf deze het beste verdelen in een aantal categoriën n.l.
kerktorens
stads- of raadhuizen
kastelen of buitens
woonhuizen of landhuizen
boerderijen
De windwijzers op kerktorens zijn over het algemeen het minst spectaculair door
dat zij meestal met een haan bekroond zijn. Interessant wordt het pas als het om
15