GEOLOGIE EN ARCHEOLOGIE VAN WALCHEREN leden zijn die ons deze aantrekkelijke bijdragen doen toekomen om ons allen ook op deze wijze met ons heem bezig te houden en wij gaan wat dat betreft vol goede moed ons tiende verenigingsjaar in. de redaktie. Lezing door dhr. J. v.d. Berg Met 100 leden waren we op 28 januari bijeen in 'Hotel Walcheren', waar de lezing met dia-toelichting gehouden werd. Dat niet alleen de zichtbare bewoning, bebouwing en begroeiing van Walcheren onze leden interesseert was duidelijk, gezien de vele aanwezigen. Onze kring houdt zich dan ook terdege bezig met de bodem van ons eiland. Van recente datum is de uitgave van de Veldnamen van Koudekerke (vooraf gegaan door die van Ritthem) en verdere uitgaven zullen volgen. Het onderwerp van de heer v.d. Berg, 'Het ontstaan van Walcheren en haar vroegste bewoning' baseert zich op studie van de geoloog en archeoloog. U herinnert zich de lezing van Dhr. W. van Breukelen, voorlichter van de Rijks Geologische Dienst, op 18 januari 1980 nog wel. 'Hoogtepunten uit de diepte'. Over 'Nederzettingsvormen' gaf Drs. A.P. de Klerk een lezing op 26 april 1973. Al deze onderwerpen hebben onderlinge raakpunten.Van Dhr. v.d. Berg zagen we dia's met toelichting omtrent bodem- en kreekvorming. Na de periode van het Calais, ±3.000 voor Christus, was er de transgressiefase (overstromingsfase) van Duinkerke I en II. De eerste periode 500 tot 200 jaar v. Chr., de 2e periode 275 v. Chr. tot 600 na Chr. De kreken die in die tijden zijn ontstaan werden later hoger gelegen gebieden, kreekruggen. Volgens Dhr. Vlam vormden deze kreekruggen zich door het inklinken van het veen waardoor de meer zanderige samenstelling in de kreken naar boven kwam. Dhr. v.d. Berg's theorie is dat het veen niet is ingeklonken, maar dat de kreken zich met afzettingsmateriaal vulden en dat de kreekruggen op deze manier ontstonden. Het bewijs dat spreker hiervoor aanvoerde was de vondst van gave bomen en voorwerpen van bewoning op het veen. Wanneer door inklinking druk was uitgeoefend zouden bomen en voorwerpen verpulverd geworden zijn. De theorie dat vloeistof niet samendrukbaar is gaf hem de zekerheid, dat in klinking niet heeft plaats kunnen hebben. Bovendien zouden de kreken toen zoet water van de rivieren bevat hebben, daar anders bewoning niet mogelijk zou zijn geweest. Met alle overstromingen van het toen alleen door strandwallen beveiligde land, zo dicht bij de zee, is aanwezigheid van zoet water in de kreken moeilijk te begrijpen. Bij de beantwoording van vragen over het wel of niet inklinken, over zee spiegelhoogte, over rivierenloop enz. lichtte Dhr. v.d. Berg zijn opvatting zo duidelijk mogelijk toe. Spreker wees op vele nevenstudiën van dit onderwerp die het hem daardoor niet mogelijk maakten alle vragen te beantwoorden. Wel geeft het radiologisch onderzoek naar de ouderdom van de gedane vondsten zekerheid omtrent het tijdperk waarin ze voorkwamen. U zult het met mij eens zijn dat onze interesse is aangewakkerd ten opzichte van dit onderwerp. Tegenwoordig met het voortgaan van de intensieve bewoning en 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1981 | | pagina 4