'k 'eleze
Naast de reeds in de vorige 'Wete' genoemde periodieken ontvingen we exem
plaren van: Mededelingenblad van de Vereniging van Stad en Lande van
Schouwen-Duiveland; 'De Spuije', mededelingenblad van de Heemkundige
Kring De Bevelanden; Van Zeeuwse Stam; R.S.V. in druk (6e jrg. nr. 1/2
jan/febr. 1981, met een relaas over het wel en - zoals bekend - thans vooral
wee van het Van Dishoeckhuis in Vlissingen) en Kijk op Vlissingen 1981.
Voorts werden we blij verrast met schenking van het boekje 'Kent u ze
nog die van Koudekerke', waarvan u hierachter een recentie van ons
nieuwe bestuurslid I. Franse aantreft.
Het Kanaal door Walcheren is de Walchenaren allen bekend; Veere en Vlis
singen verbindend doorsnijdt deze waterweg ons 'eiland'. Gedeeltelijk
parallel ermee loopt de spoorlijn van Goes naar Vlissingen. Over de aanleg
van kanaal en spoorlijn, en vooral over de problemen daarbij schreef Rens
Koole een interessante verhandeling onder de titel 'Zie, daar ga ik al de
Belgen mee dood slaan' (de aanleg van spoor- en kanaalwerken in Walcheren,
1867 - 1873). Deze studie, oorspronkelijk een geschiedenisscriptie, is te
vinden in de onlangs verschenen bundel 'Autoriteit en strijd'. In deze bundel,
onder redactie van dr. A. Doedens, zijn 'elf bijdragen tot de geschiedenis van
collectief verzet in de Nederlanden, met name in de eerste helft van de
negentiende eeuw' opgenomen, aangevuld met een selectie volks- en kinder
prenten uit de collectie van dr. R.N.H. Boerma, die de sociale geschiedenis
uit het beschreven tijdvak illustreren. 'Autoriteit en strijd' is een uitgave van
de V.U. Boekhandel/Uitgeverij en bevat, zoals gezegd, 11 studies op het
gebied van de momenteel nogal in de belangstelling staande 19de eeuwse
sociaal-economische (vaderlandse) geschiedenis, oorspronkelijk scripties van
geschiedenisstudenten aan de Vrije Leergangen van de Vrije Universiteit te
Amsterdam. Een uitstekend initiatief dit boekwerk; het ware te wensen dat
andere historische instituten en instellingen dit voorbeeld navolgden! Wel
verdient het dan aanbeveling de noten direct achter elk artikel te laten volgen,
niet alle notenapparaten achterin het boek, en de bijlagen eveneens per
bijdrage op te nemen en niet, zoals nu is geschied, verwerkt in een afsluitend
artikel.
Keren we terug naar Koole's studie, waarvan de 'gruwelijke' titel ontleend is
aan de uitroep van een opstandige polderwerker. In 9 pagina's geeft Koole
een bondig overzicht van de sociaal-economische situatie te Middelburg in de
tweede helft van de vorige eeuw. Als bron hiervoor gebruikte hij voorname
lijk de uit die tijd daterende gemeenteverslagen. Terecht stelt hij dat de
spoorweg- en kanaalwerken, ondanks een betere bereikbaarheid van
Walcheren, de Zeeuwse hoofdstad niet het verwachte economische herstel
bezorgden. Hierna gaat de auteur, zeer kort, in op de voorgeschiedenis van de
aanleg van spoorweg en kanaal, op het leven der grondwerkers (de z.g.
'polderjongens'), om tenslotte uit te komen bij een sociaal conflict, n.l. het
oproer en de daarop volgende staking van de arbeiders aan de spoor- en
kanaalwerken eind april 1869. Aanleiding voor deze tumultueuze gebeurte
nissen, waarbij enige honderden (schattingen lopen uiteen van 200 tot 2500)
polderjongens joelend over Walcheren trokken, waren de werkzaamheid van
zo'n 1000 Belgische polderwerkers en een te lage betaling. Men verjoeg de -
13