zijn zij gewoonlijk in goede conditie, met de bekende porseleinglans der Cypraeidae, de moneta-schelpen met knobbelige omtrek en geelachtig van kleur, de annulus-schelpen met gladde omtrek, grijsachtig, met oranje ring op de rug. De strandvondsten concentreren zich in een zuidelijk verspreidingsgebied en een noordelijk verspreidingsgebied. Zuidelijke vindplaatsen zijn: Belgische kust, Westkapelle, Ritthem, Rammekens, Domburg, Ouddorp (alles moneta) en opgespoten terrein bij de Nolledijk en Domburg (beide annulus). Afgaande op deze feiten is het niet onmogelijk, dat de vondsten in Zeeland en omgeving aan het Westkapelse schip moeten worden toegeschreven. Door de afschaffing van de slavernij is de mensenhandel in onbruik geraakt. De goederenhandel tussen de Europese landen en West-Afrika, die te voren, naast de slavenhandel, ook steeds belangrijke afmetingen innam, werd nu alleen voortgezet. Daarbij speelden de kauri's nog lang - zij het in afnemende mate - een rol. Sedert de eeuwwisseling is in het grootste deel van Afrika de kauri als betaalmiddel uit de mode geraakt en vervangen door Europese muntsoorten. Wel worden de schelpen nog veel als sieraad, amulet, als ver siering van maskers, schilden en kledingstukken gebruikt. Indien in Rumphius' tijd ook op Ambon zelf of in de omgeving kauri's zouden zijn gebruikt als betaalmiddel, had hij dat zeker vermeld. Tenslotte wil ik nog met een enkel woord wijzen op het gebruik van kauri's als betaalmiddel bij gezelschapsspelen. Hierover berichtte reeds J.M.J. (1886): 'In Zeeland was en is dit nog het geval bij de boerenbevolking. Men geeft aan de Cauri's de naam 'keutjes', omdat ze in vorm enige gelijkenis hebben met een varkenssnuit. Meestal worden 20 keutjes bij 't spel met één cent betaald'. Ook Dartevelle (1953, p. 62) vermeldt dit gebruik van kauri's in Zeeland, n.l. om bij het kaartspel de winstpunten aan te duiden. Van de secretaresse van de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek, Dr. H.C.M. Ghijsen, ontving ik hierover nog de volgende inlichtingen: Keutjes zijn goed bekend op Walcheren en in West Zeeuws-Vlaanderen (dus de kust streek!), daar buiten echter sporadisch (slechts 2 opgaven uit Zuid-Beveland en één uit Noord-Beveland). Zij worden gebruikt als fiches bij het kienspel en bij schimmel (d.i. klok en hamer), dat vanouds op het platteland van Walcheren werd gespeeld. Zij werden geborgen in een 'keutjesdööze. (St. Anna ter Muiden). Behalve keutjes hoort men ook de naam 'varksjes' (Hoofdplaat) en 'zeugjes' (Heinkenszand en Wolphaartsdijk). Bruin gekleurde keutjes (door roest? of een andere kauri-soort?) worden 'stropie- keutjes' (Souburg en ?Domburg) genoemd. In Westkapelle is de naam 'basters' bekend, hetgeen een verbastering is van bucio (spaans), buzio (portugees) of bouge (frans) voor deze schelpen. Oude Nederlandse reisver halen spreken van bougijs, of boesies, of boesjes. Het ligt voor de hand, dat men voor de gezelschapsspelen in Europa over vrij grote voorraden van deze keutjes moet beschikken, anders zou het afrekenen spoedig vastlopen. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1981 | | pagina 29