met ruim een meter verhoogd en weer met de hardstenen platen belegd,
waarop een ijzeren hekwerk werd geplaatst om de argeloze wandelaar te be
hoeden voor een val van negen meter. Het bleek niet doelmatig. De Vlissingse
'gasjes' klommen over het hek en als men op de bankjes zat, moest men door
de tralies van het prachtige uitzicht genieten. Het hek werd dus opgeruimd, het
muurtje werd nog wat verhoogd en de blauwstenen platen naar binnen ge
kanteld. Zo ontstond de situatie, die we allemaal kennen en sinds de zomer van
1981 alweer verleden tijd is.
1914 - 1918 Grendel van de Westerschelde
Uit deze periode zagen we alleen een groot blok gewapend beton, dat bij de
Leugenaar te voorschijn kwam, met twee kransen stalen bouten als fundering
voor twee stukken kustgeschut.
Vlissingen 'Stutzpunkt'
In het voorjaar van 1942 werd Vlissingen tot Stützpunt in de Atlantikwall uit
verkoren en begonnen de Duitsers zich driftig in de Boulevard in te graven. Bij
de Leugenaar werd onder de hele breedte van het wegdek aan artilleriewaarne-
mingsbunker met een periskoop in een (stalen) koepel gebouwd, identiek aan
de bunker, die in de zomer van 1981 geheel intakt op het Oranjebolwerk is
opgegraven. Onder het ronde putdeksel vindt U hem terug, de periscoopkamer
leeggesloopt en half gevuld met water omdat de brandweer hem als een reser
voir voor bluswater heeft gebruikt toen de druk op de waterleiding te laag was
om een brand op de Boulevard te kunnen blussen.
Er kwam een overdekte betonnen geschutsopstelling op het bastion bij de
Gevangentoren die een geallieerde landing op het Klein Zandje moest afslaan.
Voor een tweede reusachtige gesloten geschutsbunker werd de halve Westbeer
weggebroken. De duitsers maakten daar een serie foto's van voor de
Nazipropaganda om vriend en vijand mee te imponeren.
Uiteindelijk kwam er maar een miezerig kanonnetje in dat de antitankmuur
voorlangs de Boulevard Bankert moest bestrijken. Bijgevolg zat het schietgat
bij de aanval van het 4e Commando in november 1944 aan de verkeerde kant.
Toch heeft deze bunker de opmars flink vertraagd. Pas de tweede dag slaagden
de French Troops er in een treffer te plaatsen op de pantserdeur en de vijftig
duitsers tot overgave te dwingen. Na de gevechten lag het afgeschoten hoofd
van het standbeeld van Frans Naerebout op de trap van de schuilkelder en de
hardstenen hoed van de Monnik was onderaan de glooiing terecht gekomen,
beide als stille slachtoffers van de strijd.
De firma Bijker heeft op de kop van het Westerhoofd een bunker met een
torpedolanceerinrichting gebouwd, de 'Spinne-Batterie'. De torpedo's werden
per schip aangevoerd bij het Roeiershoofd en per rail in de kazematten onder
de Ruyter opgeslagen, waar ook de vuurleiding was.
Vandaar werden ze naar de bunker gevoerd. Wegens richtmoeilijkheden is ze
nooit in actie geweest.
De bunkers, die aan de achterzijde van de Boulevards in en tegen het dijk-
lichaam werden gebouwd waren alleen schuil- en opslagplaatsen en een
cysterne voor drinkwater.
Op drie plaatsen werden er achter de zeemuur onder het wegdek overdekte
loopgraven gemetseld, die met dwarsgangen waren verbonden met de kelders
van de huizen langs de Boulevard. Via klimgaten kon men op de promenade
komen en hier waren uitkijk- en schietopeningen naar zee. Het metselwerk was
10