AM 3 NOV. 1944
FONDEN HIER DEN HELDENTOD
KAPT LTN TERLINGEN
LTN ESCHERSHAUSEN
KAD ROG MULLER
OB GEFREIT BAUES
OB GEFREIT
OB LTN LANGE
OB MAAT SCHENEMANN
UFFZ ELLINGHAUS
T ERICA
Geachte Dr. van Dijk,
Wat een eenvoudige vraag over een bord met namen van Duitse soldaten er op
kan losmaken moge het volgende U duidelijk maken. Het heeft me een beetje
overrompeld, want een afschuwelijke geschiedenis ontrolde voor mijn ogen.
Wat jarenlang bij mensen in onze gemeente als een zeer onwaarschijnlijk ver
haal was blijven voortleven, namelijk dat een aantal Duitse officieren door
hun eigen mensen zouden zijn gedood, bleek waar te zijn.
Met Uw brief die mij maandagmiddag (7 sept. bereikte, ben ik eerst naar
mijn zoon Jan gegaan, met de vraag of hij er een antwoord op wist. Die begon
mij te vertellen, dat er een verhaal bestond, dat deze personen, waarvan hij
o.a. 'OB LTN Lange' goed had gekend, op het eind van de strijd om de stel
lingen bij Dishoek, door hun eigen manschappen zouden zijn gefusilleerd. Hij
zei dat mogelijk de oud gemeentewerkman M. Brasser daar meer van af zou
weten. Bij deze ben ik dan ook begonnen en achtereenvolgens noem ik de
namen met hun tegenwoordige adressen van hen die ik die middag bezocht.
U kunt dus te allen tijde navraag doen over wat ik U ga vertellen.
Verhaal van M. Brasser, Dorpsplein 17, Koudekerke (oud werkman der
gemeente Koudekerke), wiens verhaal aldus luidde:
Op zondag 5 november 1944 werd mij door de heer M. Jobse, die toen ge
meentewerkman was op ons dorp (later verongelukt), gezegd dat ik mee moest
naar de duinen, om gesneuvelde Duitsers te begraven. Met mijn broer Lein en
Marien Verhage (overleden) zijn we met paard en wagen van Ko Geschiere
door het water naar de duinen gereden en vonden in het vroon tussen hotel
Zee-Duin en de ruïne van 'Kaapduin' een aantal lijken van Duitsers. Ze waren
met een dun laagje zand bedekt en wij hebben met onze handen hun voeten
bloot gehaald en daaraan een touw bevestigd, omdat wij, als wij schoppen
zouden hebben gebruikt, mogelijk deze lijken hadden geschonden. Zeer ge
makkelijk trokken wij ze vanonder het zand en onder hen die wij er uit
haalden was Kapt. Terlingen en Ltn Lange, beiden zeer berucht in onze
contreien. We hebben ze herbegraven tussen Westduin en de Vijgeter. Wat me
opviel was, dat ze allen slechts een schot in hun nek hadden en verder geen
verwondingen voorzover ik het mij kan herinneren. Een bord met hun namen
erop heb ik niet zien staan, althans dat herinner ik me niet.
Toen ik later als gemeentewerkman met Piet de Wijze (overleden) in het
'Vebenabos' aan het wieden was, dat was in '49/'50, heb ik gezien, dat deze
resten werden opgegraven en naar elders werden afgevoerd. Wie dit deden
weet ik niet, ook niet waar ze heen werden gebracht.
21