over en zend het je toe. Op de dag van 2 november kwam hij bij ons en zei: 'Jullie moeten vluchten, want de officieren hebben berichten opgevangen, dat morgen de stellingen hier worden aangevallen en niemand van jullie zal die strijd overleven. Van gaan werken op het land kon niets komen, want alles stond tot bij ons hof onder water. Eén opmerking van hem is me altijd bij gebleven en wel deze: 'Mijn kameraden vertrouwen me niet en ik ben vreselijk bang'. Toen de strijd was afgelopen en de lijken van een aantal Duitsers werden opgegraven daar bij 'Kaapduin' zijn we wezen kijken en hij was bij diegenen die ze hadden gefusilleerd. We hebben, mijn man en ik, meermalen het graf bezocht, daar aan de voet van de duinen tussen Huvers en de Vijgeter. Ze zijn beiden even stil en zien al dit gebeuren na zoveel jaar weer voor hun geestesoog voorbijtrekken en dan herhaalt ze nogeens: 'Het was toch zo'n lieve jongen en altijd luisterde hij bij ons naar radio Oranje en daar kon je toch wel uit zien, dat hij helemaal geen nazi was. Vandaag, 28 september '81, ontving ik een briefje van haar met het versje dat ze overschreef uit het album van haar dochter en een foto van die jongen. Het luidde: Wanneer ik heel ver van je ben Die rotmof - die je nog wel ken. Vergeet me niet hartedief Je oude vriend, Hein Höfel. Voor mij blijft de vraag of hij tegen zijn officieren zich voordeed als een felle nazi, om zich zo te dekken voor argwaan over zijn Nederlander zijn van moeders kant, of dat hij het werkelijk was en zijn 'kameraden' hem daarom 'terecht' hebben doodgeschoten. Wie zal het zeggen, wat dit verhaal nog eens losmaakt, van vrienden of familie die, op wie weet welke manier, nog eens dit verhaal horen, of lezen. Aan oud-burgemeester Dregmans heb ik gevraagd of deze ooit last had gegeven om een bord te schilderen met de door U genoemde namen er op. Zijn antwoord: 'Dit is noch door mij, noch door de gemeenteraad gedaan'. Mijn conclusie: waar Lein Brasser zich meent te herinneren dat er een bord stond met namen, vraag ik me af: zouden de Duitsers, die het vonnis hebben voltrokken niet zelf dit bord hebben geschilderd, om het zo te doen voor komen dat deze personen in de strijd voor 'hun Führer' waren gevallen. Hoe het ook zij, een rechtstreeks antwoord kan ik U niet geven. Dat na zoveel jaar nu eindelijk dit verhaal te voorschijn is gekomen en dat hiermede is bevestigd dat waarheid is wat hier werd gefluisterd, doet me toch goed. W.P. Roose 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1981 | | pagina 26