de muur van Altena tot aan de tegenwoordige Oranjemolen, met later de bastions aan weerszijden van de nieuwe haveningang. Ook het stukje dijk tussen de Gevangentoren en de Coosje Buskensstraat, bij het torentje van de Westbeer, werd bij de vesting getrokken en van een muur en het Gasthuis- bolwerk voorzien. Zo heeft daar de vesting twee eeuwen gelegen, verwaarloosd in tijden van vrede, verbeterd in tijden van oorlog, tot de aanval van de Engelsen in 1809. Vlootbasis 'Flessingues' De grote plannen van Napoleon om van Vlissingen een Franse vlootbasis te maken, die een bedreiging voor Engeland moest vormen, werden doorkruist door de landing van de Britten in 1809. De vesting viel binnen enkele dagen, na een zware beschieting door de Engelse vloot met kogels en brandraketten en door de 'bomben' van de batterijen aan de landzijde. Toen het Britse invasie leger na enkele maanden vertrok werd de zwaar beschadigde vesting nog verder ontmanteld. Hierbij werd de parapet over grote lengte voorover in zee geworpen en de gewelven van de Westpoort doorgekapt, zo meldde een Mid delburger in zijn dagboek. Bij de terugkeer van de Fransen volgde er een waanzinnige bouwactiviteit; Napoleon had 14 miljoen goudfranken beschikbaar gesteld om van 'Flessingues' een vesting van de eerste categorie te maken. Het plaveisel werd van de walgangen verwijderd zodat de kogels niet langer de stad in konden ketsen. Men verhoogde en verbreedde de wal met grote hoeveelheden grond en puin en maakte een profiel dat in overeenstemming was met de nieuwste eisen van de vestingbouw, die wij tot voor kort op de Oranjedijk konden zien. Napoleon liep de parapets vervallen en verving het meeste natuursteen door 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1981 | | pagina 9