92. Ie is gauw in z'n vleke gepikt. Dit is gauw beledigd, vleke is vleugel. 93. Aoles komt [tejrecht, behalve Paspoorts bêênen. Dit werd gezegd als er iets kwijt was. Er zit een leuke woordspeling in, want het klinkt eender of men zegt 'komt t'recht of 'komt recht'. En wat die kromme benen van paspoort betreft, daarvan schrijft het Zeeuws woorden boek: 'Waarschijnlijk is bedoeld M.C. Paspoort, van 1839-1859 burgemeester van Middelburg en Souburg, een man scherp van verstand, die graag een loopje nam met de deftigheid van zijn stadsgenoten'. 94. Van boven pront, van onder stront. Wel plat, maar duidelijk dacht ik. 95. Zö pot zó pollepel. Dat spreekt ook vanzelf: ze zijn met 't zelfde sop overgoten. 96. Zö kreukelig of 't in een ouwe vent z'n broek gezeten eit. Dit hoeft ook geen uitleg. 97. Ie is op merote. Hij is er vandoor, de hort op. Waar het woord 'merote' vandaan komt, ik weet het niet. Ook het Zeeuws woordenboek laat me in de steek. Wie helpt? 98. Gestrikt en gebeld gieng z' uut. Strikken en bellen zijn sieraden, dus het betekent: rijk uitgedost. 99. Z'is te lillik om vó de duvel te dansen. Een van de vele niet-complimenteuze uitdrukkingen waar de duivel in voorkomt. 100. Je [njessens staen stil. Dit word gezegd als er een eind is gekomen aan hinderlijk lawaai. Wel orgineel gezegd, want nu hoeven je hersens dat geluid niet meer te verwerken. Dit was het dan, ik stop ermee. Niet dat ik er geen meer weet, maar die zijn niet altijd zo interessant. En zo'n rubriek moet niet te lang duren. Bovendien geeft het 'Woordenboek der Zeeuwse dialecten' er nog zoveel, dat ieder die zich ervoor interesseert, daar terecht kan. Bij mijn besprekingen heb ik er dikwijls naar verwezen, als ze er tenminste in voorkwamen. Dat was niet altijd het geval. Deze keer kwamen bijvoorbeeld de nummers 89, 96, 97, 98 en 100 er niet in voor. Tot slot nog iets anders. De heer Roose uit Koudekerke, een bekende figuur in de Heemkundige Kring Walcheren, schreef mij in oktober: Nu vroeg de brandweer uit Vlissingen in de vorige Wete naar namen van boerderijen. In mijn bezit is een schoolschrift van mijn schoonvader, waarin hij zo tussen de 250 en 275 namen van boerderijen liggende in Walcheren heeft geschreven. Ik heb die aan de secretaris van de 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 14