mm in nffmm BMiimiiwMHiiiffli
betekent: GOD DIE SALOMO ZIJN TEMPEL LIET BOUWEN, GEEF DIT
HUIS OF ZIJN BEWONERS VOORSPOED OF RIJKDOM D.D. 1506.
Nu is het jaartal niet middeleeuws maar het doorwerken in een bepaalde stijl
gebeurde in ieder geval een mensenleven lang, zodat een en ander toch
verklaarbaar is.
gaf ntaar na de eerste vreugde komen de vragen. De oorsprong van het kasteel
Zandenburg is van ver voor het jaar 1506. Als deze balk echter inderdaad uit
de sloopresten van dit kasteel afkomstig zouden zijn, dan moet er in dat jaar
op z'n minst een grote verbouwing hebben plaatsgevonden. Dit zou dan de
reden zijn om deze op het oude testament geïnspireerde tekst aan te brengen.
Maar in 1506 was de ontwikkeling van de krijgsgeschiedenis toch nog niet zo
ver gevorderd dat dit grote verbouwingen, zoals later, noodzakelijk of
verklaarbaar maakte. De herkomst van deze balk mag dan ook op z'n minst
twijfelachtig genoemd worden. Duidelijk is echter, dat deze balk uit een zeer
voornaam huis moet stammen.
Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven is een gedeelte tekst letterlijk
overgenomen uit het boekje 'Veere herinneringen aan een rijk verleden' van
W.L. den Beer Poortugael, dat de verschillende onderdelen en onderwerpen
van Veere's geschiedenis erg duidelijk en chronologisch beschrijft.
'Het voormalige kasteel Zandenburg'.
Even buiten Veere, aan de Gapingse weg, stond het kasteel Zandenburg,
woonhuis van de Heren van Veere. Wanneer met de bouw is begonnen, is mij
niet bekend, doch waarschijnlijk stamt het uit de 13e eeuw en zal de eerste
Heer uit het geslacht van Borsele (Hendrik de I) opdracht tot de bouw gegeven
hebben. Als Heer van Veere treffen we deze Hendrik de 1 voor het eerst aan in
1235, als hij tegenwoordig is bij een toernooi in Haarlem. Toen Floris IV in
1234 zijn grafelijk slot Magdalon binnen het stadje Veere liet bouwen, heeft
men voor dit slot een onderaardse vluchtroute aangelegd naar het kasteel
Zandenburg. Tot de 16e eeuw heeft men niets nagelaten om dit kasteel steeds
groter en sterker te maken. Vooral Hendrik IV (1411-1474) en Wolferd VI
(1474-1488) zullen het kasteel tot 'n machtige burcht gemaakt hebben. In deze
glorietijd bestond het kasteel uit een buitenhof met de stallen en
arbeiderswoningen en een binnenhof met verschillende woongebouwen, van
elkaar gescheiden door een gracht met stenen brug en klapbrug.
Ook twee ingangen, aan de Mijns Heren Poort en aan de Gapingse weg, waren
voorzien van een toegangspoort met wachttoren en een stenen brug met
klapbrug. Naast de gebouwen van de binnenhof stond een vluchtterp,
waarheen men bij overstroming kon uitwijken. Op de terp was 'n prieeltje
gebouwd, dal ook als uitkijkspost dienst deed; men had vanaf dit hoogste punt
van het kasteel ruim uitzicht over het land en ook over het Veerse Gat.
In de lerp was een ijskelder en een mumtieopslagplaats gebouwd. In het jaar
1483 heeft Heer Wolferd VI het kasteel een grondige opknapbeurt laten geven.
In opdracht van deze Heer heeft Willem Scegers tegen een bedrag van 31
vlaantse ponden een nieuwe poort gebouwd, het torentje vernieuwd, evenals
I