Door zijn afbraak leverde het kasteel toch nog enige inkomsten voor de Veerse Markiezen op en tenslotte was er niets meer van het kasteel over dan de deels ingestortte hoofdpoort en twee wachttorentjes aan de Gapingse weg. De grachten werden gedempt, de parken en boomgaarden omgehakt en veranderden in weiland en landbouwgrond. In 1701 Arnoldus Rycx vergun ning op deze grond een stijfselfabriekje en een varkenshouderij te stichten. Na enkele jaren reeds heeft hij het onrendabele stijfselfabriekje weer afgebroken. De ruïne van het poortgebouw en van de twee wachttorentjes heeft men tot arbeiderswoningen ingericht. Toen in 1812 Veere bezet werd, hebben de Franse soldaten ook deze laatste resten van het kasteel met de grond gelijk gemaakt. In 1679 heeft de toenmalige burgemeester Cornelis Kien opdracht gegeven om de funderingen van het kasteel bloot te leggen en in kaart te brengen. In 1701 heeft Hildernisse aan de hand van deze grondtekening een schilderij van het kasteel gemaakt, dat nu in het Veerse stadhuis hangt. In 1954 is men opnieuw begonnen met opgravingen. Doch op last van het gerecht moest men deze opgravingen vroegtijdig beëndigen, omdat de pachter hiervan inkomstenderving ondervond, en bleef het resultaat beperkt tot enkele gevonden kelders met daarin de stoffelijke resten van de aldaar begraven lieden, wat kruiken en de fundamenten van een 8-kantige toren. Tot zover het zeer levenswaardige boekje. Uit de tekst op de balk blijkt dat het gaat om een volledige zin plus jaartal. Alleen een soortgelijk figuurtje als aan het beginwordt gemist. Hieruit blijkt dat toch ook weer niet zoveel van de balk is afgezaagd. En dat is op zich ook weer logisch want de breedte maten en percelering van de huizen was afhankelijk van de grootte en lengte van bomen. Deze zijn zeer beperkt en afhankelijk van de natuuromstandigheden. Op deze gemiddelde maat zijn vele oude stadsverkavelingen gebaseerd. Hoe menselijk de tekst van de Gotische letters was en hoe weinig er in dit opzicht na vier en een halve eeuw veranderd is blijkt uit het feit dat deze nog steeds aktueel is in algemeen maatschappelijk opzicht. Met dank aan dhr. drs. R.C. Hol Rijksarchief Zeeland. F.A. Broeksma ZANDSTROOIEN(3) Onze oud-voorzitter Van Leeuwen deelde mee dat ten tijde het burgemeester schap van P. Dunton Tak te Middelburg (1915-1932) tijdens de raadzittingen -op bevel van de burgemeester- zand in de Lange Noordstraat werd gestrooid om het lawaai van door paarden getrokken wagens tegen te gaan (dhr. Van Leeuwen vernam dit van J.C. Geertse uit Vlissingen). Uit eigen herinnering weet de heer Van Leeuwen dat in Middelburg en Vlissingen op last van de arts zand op straat werd gestrooid voor de woning van een stervende (zie ook de vorige 'Wete'). P.S. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 19