DE OUDE TIJD (slot) door ing. J.A. van de Putte Op naar Vlissingen Na de halte 't Wissel vervolgen we onze rit naar Vlissingen. Erg vlug schieten we ditmaal niet op, want enige honderden meters verder wordt er opnieuw ge stopt, nu voor de halte 'De Hoogte', oftewel de halte 'Souburgse brug'. Na Souburg stuiven we alras onderlangs de Kanaaldijk richting Keersluis te Vlissingen. Rechts passeren we het vliegveld. Na de opening van de KLM- vliegdienst Rotterdam - Haamstede - Vlissingen - Knokke had de tram hier een halte op verzoek, ten dienste van de luchtreizigers. In de oorlogsjaren van 1940 - 1944 was hier over ruim honderd meter op last van de Duitse bezetting de bovenleiding verwijderd, dit omdat eventueel opstijgende of dalende vliegtui gen hier last van zouden kunnen hebben. Deze hindernis moest met verhoogde snelheid en getrokken beugel genomen worden. De jeugd (en niet alleen de jeugd!) was er gauw achter gekomen dat er zich op de balkons van de bijwagens handremmen bevonden, die overigens alleen werden gebruikt om losse geparkeerde bijwagens vast te zetten. De aandachtige lezer begrijpt natuurlijk al wat hier de mop was: in de stroomloze periode snel de handrem aandraaien en daar stond de tram. Het is zo meermalen voorgekomen dat alle passagiers moesten uitstappen om te helpen duwen. Ging de tocht in omgekeerde richting, dan werd de situatie nog hachelijker omdat de tram hier 'vaart' moest houden om de hoogte van Souburg te kunnen beklimmen. Wanneer de tram in deze richting door een grappenmaker werd stilgezet, was de hulp van een extra motorwagen uit de remise onontbeerlijk. Ondanks al dit oponthoud bereiken we toch op een gegeven moment de Keersluisbrug te Vlissingen, waar gestopt wordt voor de halte 'Keersluis'. Hier is het even opletten geblazen; het verkeer wordt hier drukker, bovendien komen we hier een wirwar van andere tram- en treinspo ren tegen. Allereerst ontmoeten we het spoor van de Stoomtram Walcheren van het traject station N.S. Vlissingen - Koudekerke. Dit spoor steekt de weg over en loopt de Paul Krugerstraat in, wat in de twintiger jaren overigens nog maar een dijkje was. Vervolgens kruisen we het fabrieksspoor van de K.M. 'De Schelde', terwijl even voorbij de kruising een derde spoor, namelijk dat van de elektrische 'stationstram' van de brug afkomende, zich zal voegen in de baan van onze tram. Na de Keersluis, op de Koningsweg aangekomen, kruisen we nog het smalspoor van de blikfabriek, dat naar een losplaats aan het Kanaal liep. Nog even verder langs de centrale, dan rechts de bocht om en we staan in de Aagje Dekenstraat vlak voor de ingang van de remise en vlak voor het voormalige tramkantoor, waar destijds o.a. directeur Slooves zijn kantoor had. Een zijspoor gaat hier het remiseterrein op en wanneer we een blik in die richting werpen, zien we verschillende tramstellen met hun voorkanten uit de remiseloodsen steken. Onze rit is echter nog niet ten einde en dus rijden we de Aagje Dekenstraat verder in. Daar dit spoor zowel door de stadsdienst als 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 23