Het eindpunt duurt niet lang meer, de Leeuwentrap bij het Strandhotel te Vlissingen, is bereikt. Even blijven we nog kijken naar het wisselen van de motorwagen. Zoals praktisch elke meter 'trambaan' zijn eigen geschiedenis blijkt te hebben, zijn op dit eindpunt ook nog een paar anekdoten te vermelden. De rails waren hier nogal eens bedekt met zand, dat vanaf het nabijgelegen badstrand met de zeewind over de Boulevard gevoerd werd. Het kon dan wel eens gebeuren dat de motorwagen 'geïsoleerd' stond en geen contact maakte met de rails. De argeloze passagier die dan wilde instappen, kon bij het aanraken van een metalen deel, een flinke optater krijgen. Het wegrijden ging dan ook met enige strubbelingen gepaard. Met het wisselijzer moest dan even 'contact met aarde' gemaakt worden, waarna dan na enig vonkwerk de tram in beweging kon komen. Tot zover onze rit op de interlokale lijn Vlissingen - Middelburg. DIJKJE De veldnamen van Vlissingen In de dertiger jaren had de Vlissingse burgemeester Van Woelderen samen met zijn jachtvriend Puype de jacht in de omgeving van het fort Linker Reduit. Zij gaven de landerijen op grond van hun vorm, ligging, waterpartijen en andere details de namen van allerlei Europese landen zoals Gibraltar, Italië, Frankrijk, de Balkan en Engeland. Dit was erg handig om af te kunnen spreken in welk gebied zij gewapend zouden ingrijpen. De heer Puype schiet nog heel krachtig en schrijft nog bovendien. In zijn nieuwste boek komen deze veldnamen van Vlissingen hopelijk aan de orde. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 26