In de afgelopen veertig jaar is door opgravingen bij Vlaardingen en in de Brabers op Schouwen gebleken dat er zo'n vierduizend jaar geleden wel degelijk mensen op de strandwal hebben gewoond, men noemt dat nu de Vlaardingen cultuur. Of ze ook op Walcheren hebben gewoond of er alleen op safari waren, was een verkeerde vraag, want het eiland Walcheren bestond nog niet. Verder zeiden de geleerden dat mijn bijl geen bijl was, maar een landbouwhak. Dus niet om bomen om te hakken, maar om de grond los te hakken, dus pri mitieve landbouw. 'Walcherse' was dus fout, maar 'Boer' was goed! Mijn boer had er misschien toch één keertje hout mee gehakt of een dier de hersens mee ingeslagen, want er was een grote scherf uit het snijvlak van de bijl gebroken. Dat lukt niet in de grond, want zelfs in de Steentijd was er in de Zeeuwse bodem geen steentje te vinden. De vuursteenknollen, die ze gebruik ten om werktuigen en pijlpunten uit te maken, moesten helemaal uit de vuur- steenmijnen in Limburg en België komen en die liet men dus niet slingeren. Het was een rare tijd. De boer had zwaar de pest in toen er een stuk uit zijn moeizaam geslepen bijl brak. Het vloeken was nog maar behelpen, want het was nog tweeduizend jaar voor Christus' geboorte. Het is een krom verhaal geworden. De bijl ligt nu op zolder tussen de benen schaatsen en de potscherven. Wat moet je ermee? Misschien leg ik hem nog wel eens terug op de vloedlijn. Dan komt er misschien weer een jongen, die denkt dat hij de vondst van zijn leven heeft gedaan. DIJKJE Heemschut, voor behoud van stedelijke en landschappelijke schoonheid, oktober 1981, no 10. Voor en tegen witkalk Het kerkje van Zoutelande draagt een oude verweerde toren. 'Wat het pitto reske van de oude toren aanmerkelijk verhoogt', aldus schrijft de amateur kunstschilder B. von Brucken Fock aan Heemschut, 'is het witsel dat op de spitsbogen, het maaswerk, de spaarnissen en galmgaten is aangebracht'. Dat contrasteert mooi met het bruinrood van de baksteen en dat doet schilders gretig naar het penseel grijpen. Ontelbaar zijn dan ook de doeken waarop de toren van Zoutelande als hoofdmoment voorkomt. De toren zal in het midden van de jaren twintig gerestaureerd worden en dan rijst de vraag: het witsel behouden of niet. Nee, zegt de directie van het Rijks monumentenbureau; ja, zegt Von Brucken Fock, als woordvoerder van de kunstschilders in Zoutelande. Het gemeentebestuur is verdeeld, een provin ciale instantie houdt zich afzijdig. Wat denkt Heemschut er van, wil Von Brucken Fock weten. A.A. Kok wil als bestuurssecretaris wel zijn persoonlijk oordeel geven. De witkalk moet er af! In originele staat is natuurlijk geen witkalk aanwezig ge weest. 'Dit is knoeierij van later tijd'. De natuur zal het metselwerk een zodanige kleur geven dat 'ene nieuwe doch nu degelijke en echte schoonheid verkregen wordt', aldus de secretaris van de Bond Heemschut. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 28