DE HEEMKUNDE GAAT VREEMD Toen we 14 maart j.l. in de leeszaal van de bibliotheek kennis maakten met 'Folianten en pocketboeken uit het verleden', zie De Wete van januari, kwam de vraag naar voren of er behalve dat oude drukwerk ook nog materiaal aan wezig was, waar dat mee gemaakt was. Dat bleek inderdaad het geval en wel in overstelpende hoeveelheid, zoals we zaterdag 3 oktober hebben gezien. De heer M.P. de Bruin, die ons in de abdij zoveel interessante dingen liet zien en uitlegde, maakte ons toen n.l. attent op het museum Plantijn-Moretus in Antwerpen, waar we dit alles zouden kunnen vinden. Hij was in dat museum bekend en hóe bleek later. Hij was bereid ons ook daarheen te begeleiden. Trouwens niet alleen dat: toen we die zaterdag met zo'n 40 leden tegen 9 uur van de Loskade te Middelburg vertrokken om buiten ons heem te gaan met de heer De Bruin in ons midden, begon deze maar meteen zijn uitgebreide voorlichting en voor we over de brug waren, wisten we al dat het stationsgebouw op de monumentenlijst staat en waarom dat zo was. Zo kregen we, met korte onderbrekingen, een toelichting op alles wat we passeerden tot in Antwerpen toe, inclusief een voorbeschou wing over het museum. Hoewel we allen deze omgeving toch menen te kennen, werden we opmerk zaam gemaakt op heel wat bijzonderheden die de meesten van ons waarschijn lijk nog nooit hadden gezien, of wisten: wie heeft er b.v. wel eens gelet op het gerestaureerde kerkhofmuurtje van Sinoutskerke of het kerkhof bij Hooger- heide, dat dienst doet als begraafplaats van de Joodse gemeente in Antwerpen, omdat begraven daar voor hen verboden was? Op het ruime parkeerterrein aan de Schelde, achter de na '53 opgetrokken stormvloedkering en 'op eigen risico' met het bordje waarop de tijden van springvloed zijn vermeld, stapten we uit om eerst in het dichtbij gelegen res taurant 'De Schelde' een kopje koffie te gebruiken. Ons eerste bezoek betrof het scheepvaartmuseum in het 'Steen', slechts enkele minuten lopen, eens deel van de oude stadswal, een mooi oeroud vestingslot. Prachtige modellen van V.O.C.-schepen staan daar opgesteld. Ook de hoog aars Arm 24 is een juweeltje, a.h.w. vol in bedrijf. Het werd gebouwd door de heer Reinhoudt uit Middelburg van wie nog 2 modellen daar aanwezig zijn. Wat is er trouwens niet mooi of interessant daar. De maquette van de scheeps werf b.v., met alle hoofwerkzaamheden uitgebeeld, o.a. het verantwoordelijke werk van het uitzoeken van de 'kromouters', het krom gegroeide hout, dat gebruikt werd voor de knieën e.d. in de overgangen van bodem naar wanden, in de scheepsbouw het zwakke punt. Kromhout werd uit vertakkingen gehaald, maar ook gekweekt. De toppen van de jonge eiken-aanplant werden daartoe naar beneden getrokken en zo vast gezet. Het was dan ook duurder dan het rechte hout; vandaar het spreekwoord: 'Hij zit goed in de kromouters', voor iemand die er warmpjes bij zit. Wat een enorme hoeveelheid hout nodig was voor één schip, is op verschil lende gravures waar te nemen (nog beter is dat te zien in het museum voor schaapsarcheologie te Ketelhaven, waar een heel schip, uit de drooggevallen Zuiderzeebodem gegraven, staat opgesteld). Jammer dat de grote uitbeelding van Walcheren, die ook in het Steen aanwezig is, niet kon worden getoond. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 5