Elk woord is van het volgende door zo'n ornementje gescheiden. Dat was in die tijd gewoonte, op een huis in de schuitvlotstraat in Middelburg staat een laat zestiende eeuws opschrift, waarin elk woord door een punt van het volgende gescheiden is. Een prachtig menselijk trekje is echter, dat de man van het opschrift in Veere kennelijk zijn ruimteverdeling niet goed geschat had. Op het eind van het opschrift is hij gedwongen zijn ornementjes steeds kleiner te maken en enige angst of zijn opdrachtgever hiermee genoegen zou nemen, moet hij ongetwijfeld gehad hebben. Wat staat er nu? God die Salomon sinen tempel stiften dede verleen in dit huus adellic voerspoet en vrede Misschien moeten inplaats van adellic ook adeliic lezen, maar de betekenis blijft hetzelfde. De balk is namelijk afkomstig uit een 'huus adellic' een slot of burcht en heeft daar vermoedelijk een plaats gehad boven de toegangspoort. Huus of huis in de betekenis van burcht, kasteel komt tot in de zeventiende eeuw voor, Vondel gebruikt het zo in zijn Gijsbrecht en het hoghe huis in Muiden was een kasteel. Stiften was een andere vorm van stichten, met precies dezelfde betekenis. Eens te meer blijkt de traditie dus betrouwbaar De balk zelf verklaart afkom stig te zijn uit een slot of kasteel. Of dit Zandenburg geweest is, is niet met volkomen zekerheid na te gaan. Hoe zou het nu komen dat er in plaats van adellic al tijden lang geluk gelezen is? Ik zie daarvoor drie verklaringen, die elkaar niet uitsluiten. Men wist niet meer dat het woord adellic achter huus kon staan en begreep het niet meer of kon het in het geheel niet lezen. Misschien nog wel het laatste gedeelte van het woord, ...luc, las men dan en maakte hiervan geluk. Een andere mogelijkheid is een psygologische. De bewoners vonden het op zijn minst gezegd lichtelijk gênant hun eenvoudige woning een adellijk huis genoemd te zien. Ze vergaten en veranderden de tekst dus opzettelijk. Tenslotte bestaat de mogelijkheid van een bewust en opzettelijk vergeten in de Franse tijd, toen alles wat met adel samenhing verboden was en het risico, dat de overheid in het opschrift zou gaan kerven inderdaad bestond. Denk maar aan wat er met het opschrift op het even verder gelegen stadhuis gebeurde. Voor mij is de allereerste veronderstelling de meest aannemelijke. Tenslotte de ouderdom van de balk. Voorlopig is dit alleen af te leiden uit de taal van het opschrift. Professor Strengholt van de V.U. Amsterdam dateerde dit taalge bruik als eerste helft van de zestiende eeuw. Dat maakt een herkomst uit Zandenburg weer waarschijnlijker. Trouwens, op kunsthistorische gronden is een nog nauwkeuriger datering mogelijk. In de bovengenoemde ornementjes bestond een mode en die tussen verleen en in - een soort bloemkelkmotief - en tussen in en dit zijn vrijwel uitsluitend tussen 1515 en 1535 gebruikt. Ook dit kan weer op herkomst uit Zandenburg wijzen. J.C. Beimers Graag wil ik even reageren op het stukje 'Walcheren in Woord en Beeld' van Dhr. Broeksma in de Wete van januari 1982. Met belangstelling heb ik kennis genomen van dit artikel. Ik ben namelijk in 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 11