de weg geruimd. Na de Avondmaalsviering (18e eeuw) gingen predikant en kerkeraad samen eten in de pastorie en gebruikten dan, wat van de Avondmaalsdis was overge bleven. De tucht werd over het algemeen trouw uitgeoefend en steeds werd de uiterste lankmoedigheid betracht. Een bewijs hiervan is wel de behandeling van Cornelis van Huichie, en een mededronkaard, omstreeks 1600. Pas na 1607 (de behandeling duurde ongeveer tien jaar) toen 'hij Gods woord en de kerk niet meer lasterde', echter, 'uitblijft' uit de kerk, 'doch de vermaning niet tegenspreekt en enige kleine beginselen vertoont van beterschap', bij de dreiging dat, wanneer hij, 'niet aflaat van de dronkenschap afsnijding zal volgen', verdwijnt zijn naam uit de Classisnotulen. Over de predikanten oefende de classis de tucht uit. Hiertegen kwam wel eens verzet door de kerkeraad. Dit gebeurde te Zoutelande met Ds. Osdorp en Ds. Dresselaar. De Classicale vergaderingen werden voor 1600, en later opnieuw, bij toerbeurt in ieder tot de classis behorende gemeenten gehouden; zo vond de vergadering 'der kerkedienaars van Walcheren' op 13 juni 1580 te Zoutelande plaats. Op deze vergadering werd behandeld de zaak tegen Ds. Gerobulus uit Vlissingen, 'die bevangen was geweest van den drank en ijdele woorden had gesproken'. Kerkgebouw en toren kwamen onder beheer van het extra-ordinair. Met blijkbaar weinig kosten waren deze bouwwerken weer bruikbaar te maken. De volgende belangrijke of interessante werkzaamheden of leveringen worden vermeld. Naast de nodige herstellingen aan glas-, ijzer-, hout-, leidekkers-, en metselwerk vond in 1574-76 de levering 'van een clepel in de clocke' plaats. 'Jegens den inloop van verckenen (varkens)' werd in 1583 een muur rond het kerkhof gemetseld met drie hekies. In 1600 werd de 'beuck' gerepareerd, in 1618 vier binten vernieuwd en 300 m2 schaliedek (dakleien) van het koor vernieuwd, terwijl in 1636-'37 een 'schutsel' in de kerk gemaakt werd. Wat het interieur betreft, in 1775 - '76 werd de preekstoel gerepareerd, die in 1606 - '07 vervangen was door een nieuwe van 'wagenschotte houtten'. Een paar jaar later werden twee 'ghesteken' trappen daarbij gemaakt. In 1617 -18 werden vier vrouwenbanken en een bank voor 'silse der ouderlingen' ge maakt, de binnendeuren van het portaal gerepareerd en in 1627 - '28 banken vermaakt. Bovenstaande werkzaamheden werden bekostigd uit het fonds der geestelijke goederen, maar in 1738 moest de inwendige restauratie op kosten van het armenfonds worden uitgevoerd. Nieuwe bijbels werden toen aangeschaft voor de preekstoel en voorlezers- 'bocht', een 'nieuwe kroone met twaalf harmen' plus 'twee harmen' voor de preekstoel werden gekocht voor 21.4.- pond gr. Vis. en Joris Pinte leverde een balk 'om de kroone aan te hangen in de kerke'. Voor het schoonmaken van deze kroon werd het salaris van de koster-ontvan ger enz. verhoogd met 5,10 per jaar. In 1757 werden 72 stuks nieuwe stoelen gekocht a 18'/z stuiver per stuk, welk aantal later met 'zes geschilderde en negen esschen stoelen' werd uitgebreid. Daarbij kwamen nog een eerste en tweede bocht, zowel aan zuid- als aan de noordzijde, elk met 8 plaatsen. In 1780 geven kerkeraad en voorzanger een nieuw tafelkleed tot gebruik bij de Avondmaalsviering en laten dit notuleren, 'niet om hun namen te vereeuwi- 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 13