WALCHEREN IN WOORD EN BEELD DIJKJE Een Duitser liep ook op het strand schelpen te zoeken. Niet van die kleine fossielen, maar flinke grote. We raakten aan de praat. Wat deed hij er mee? Hij legde ze thuis omgekeerd op een deken. Plaatste daar een kistje zonder bodem omheen en goot er een laagje beton op. Na het hardworden draaide hij de betonplaat om en maakte de schelpen schoon. Smeerde dat alles in met zwarte schoensmeer en borstelde het uit. Legde die plaat dan in zijn voortuin als souvenir van Walcheren. 'Und wenn die Sonne darauf scheint! Wunder- bar!' Rijkswaterstaat paste hetzelfde procédé toe, om de basaltblokken in de nieuwe Vlissingse zeemuur in het beton te vatten. Schoensmeer is niet nodig. Basalt is al zwart. Und wenn die Sonne darauf scheint! Wunderbarü Ter ere van de oprichting van een werkgroep kleine monumenten voor Vlis- singen is deze keer gekozen voor een Vlissings onderwerp wat tevens verbon den is met 'Laat het De Wete weten' en eigenlijk ook met de 'Dijkjes'. Een vrijage die mogelijk eens vaker kan voorkomen. Juist de onderwerpen waar vragen over gesteld worden, kunnen soms verras send interessante onderwerpen opleveren en daarom uitermate geschikt zijn voor het geschreven deel van deze rubriek. Wat is er aan de hand? Ons bestuurslid de heer I. Franse uit Koudekerke heeft de taak op zich geno men om alle, in de loop der tijden, uitgekomen 'Wetes' na te zien op vragen van lezers welke nooit beantwoord zijn. Deze vervolgens te verzamelen en nogmaals te bezien of beantwoording mogelijk is. En zodoende stootte hij op een vraag van de heer Van Dijk in De Wete nr 21 van juli '76. Deze vraag - een voorloper van de z.g. 'Dijkjes' - handelt over een onderdeel van de primaire waterkering te Vlissingen en is dus in dubbel opzicht een 'Dijkje'. Het ging n.l. om de ingemetselde gedenksteen in de kaaimuur naast de sluis. In het daarop volgende nummer van De Wete heeft de heer Van Leeuwen de vraag gedeeltelijk beantwoord. Thans blijkt dat hij via een artikel uit de 'Middelburgsche Courant' van 18 december 1856 ook het onleesbaar geworden jaartal op de steen heeft kunnen achterhalen. Om de nieuwe leden wat extra informatie te geven en om bij de anderen het geheugen op te frissen, volgen enkele herhalingen. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 18