Het geboortehuis van de schrijver van 'Herinneringen aan Middelburg', J.A.
Daman, hoek Wagenaarstraat/Baians. Tekening: F.A. Broeksma
Wij woonden vlak bij de Abdij. Een jongeman moest 's avonds verscheidene
toegangen afsluiten. Wij mochten dan soms mee. 't Was iets geheimzinnigs zo
in het halfdonker (de toegangen tot de Kloosterhof).
In den donker liep ik niet graag over het Hofplein. Ik wist dat het een kerkhof
geweest was. Ik vond het er dan luguber. Het was er bovendien altijd somber.
Thans is het reeds lang bebouwd.
In het Schuttershof waren soms feesten en op het Molenwater werd op de ver
jaardag van de Koning de parade van het garnizoen en de schutterij gehouden.
Ik zag graag de mooie uniformen. Op het Molenwater ging ik ook met mijn
vader mijn vlieger oplaten.
De vijver van de naburige Kruidtuin lag altijd vol kroos. Het puzzelde me
steeds of je er overheen kon lopen.
Een groot feest was met Pinksteren de ringrijderij op de oude Veerseweg.
Ik zie nog een aarden teil met wijn waaruit de boeren luidruchtig en uitgelaten
dronken.
Natuurlijk hebben de kermissen ook herinneringen achtergelaten: de
caroussels op de Markt en de vele kramen op de Botermarkt, vooral de
speelgoedkramen
Donderdags op marktdag stonden er de Zeeuwse boerinnen met hun manden
met kluiten boter. De klanten mochten dikwijls even van de boter proeven.
Ik zie ook voor me de visvrouwen uit Arnemuiden en hoor hun geroep van
gorrinèt! Ik proef ook de gekookte kreukels alikruiken) die we met een
24