Y eleze
In het kader van ruilabonnementen ontvingen we de afgelopen maanden weer
diverse oudheidkundige en heemkundige tijdschriften en jaarboeken. We
willen hier speciaal nog even de aandacht vestigen op 'Nederland en de
Evangelische Saltzburgers', een door de heemkundige kring West-Zeeuws-
Vlaanderen uitgegeven 19de eeuwse manuscript (bijdragen tot de geschiedenis
van West-Zeeuws-Vlaanderen nr. 10, 1981). In dit boekwerk wordt de uittocht
van Evangelisch Lutherse emigranten uit de bisdom Salzburg beschreven
(1732) en hun wederwaardigheden in hun nieuwe vaderland, de Nederlanden
(m.n. Zeeuws-Vlaanderen).
Het afgelopen jaar kwam een boek over een ander interessant 18de eeuws
onderwerp uit, n.l. 'Idee en interest. Voorgeschiedenis, verloop en achtergron
den van de politieke twisten in Zeeland en vooral in Middelburg tussen 1702 en
1715'. Dit is een handelseditie van de dessertatie waar M. van der Bijl
18-6-1981 cum laude op promoveerde.
Dr. Van der Bijl heeft zijn onderwerp niet alleen, zoals te doen gebruikelijk,
vanuit de politieke en sociale optiek benaderd, maar ook de economische en
-verrassend- religieuze aspecten belicht. De auteur ging van drie vragen uit:
1. Wat was de aard en samenstelling van de machtsgroepen die elkaar be
streden?
2. Hoe verhielden deze groeperingen zich tot de grote staatkundige en theolo
gische richtingen van hun tijd?
3. Hoe was de sociaal-economische en maatschappelijke positie van de voor
naamste personen en families die uit het onderzoek naar voren kwamen?
Om met het eerste te beginnen: Van der Bijl deed 'n nauwkeurig prosopogra-
fisch onderzoek (d.w.z. de onderlinge relaties en levensomstandigheden van
een bepaalde groep bestuderen) over een langere periode, tweede helft 17de
eeuw - eerste helft 18de eeuw, naar de Middelburgse elite, resulterend in
stambomen van diverse regentenfamilies, als Thibaut, Veth, Huyssen, Van
Reygersberghe, Schorer, Radermacher, Citters, Van Visvliet e.a. bijlagen
1 - XVIII bij het boek)
De schrijver noemt het meest in het oog springend de continuïteit die een
aantal geslachten in hun politieke oriëntatie vertoonde. Sommige hunner
zagen echter tegen een frontverandering, indien noodzakelijk, niet op. Zo
werden 'De Van Citters' en....in de loop van de 18de eeuw tot de toonaange
vende Middelburgse familie die haar aristocratisch belang in overeenstemming
wist te brengen met het 'orangisme' (p.311). In hoofdstuk VII gaat de schrij
ver o.m. in op de geestelijke stromingen, waarbij de geschillen tussen cocce-
janen (libertijns van opvatting) en voetianen (meer precies in de leer) aan de
orde komen en voorts groeperingen als de antinomianen en de Hattemisten be
sproken worden en de verbondenheid van de regenten en hun cliënten met
verschillende stromingen en groeperingen aan het licht wordt gebracht (het
zgn. cliëntèle-systeem hield in dat groepen uit de bevolking financieel en
economisch van bepaalde regentenfamilies afhankelijk waren, die mede
hieraan hun machtspositie ontleenden).
Tenslotte de sociaal-economische positie van de heren regenten. Van der Bijl
schetst een beeld van de welstand en daarmee van de maatschappelijke
rangorde van de diverse regentenfamilies.
4