De vraag hoe een aantal kerken kon verdwijnen, hoe dorpen konden inkrim pen, ja hoe zelfs enkele dorpen konden verdwijnen, laten we hier rusten. Het is opmerkelijk dat Kleverskerke dit lot bespaard is gebleven. Eén van de eigenschappen die deze zeer kleine kernen gemeen hebben, is het feit dat elke uitbreiding, ook al vindt die plaats in de vorm van slechts één enkel nieuw gebouwd huis, opvalt. Enkele nieuwbouw-huizen in Koudekerke of Domburg springen veel en veel minder in het oog dan één dergelijk huis in Mariekerke, Krommenhoeke of: in Kleverskerke! Het komt mij voor dat de eisen die gesteld worden aan uitbreiding van déze kerntjes, andere, scherpere dienen te zijn dan die welke elders worden gehanteerd. Kleverskerke stelt nu - terecht - alles in het werk een karakteristiek stukje Walchers heem veilig te stellen, maar het is naar mijn mening een wel ernstig mismaakt en ontsierd stukje heem. De kerk blijft, mede dankzij dit boekje, hopelijk behouden; een belangrijk deel van de naaste omgeving in mijns inziens echter verloren. Ik weet dat het een oude vraag is: moeten wij als heemkundigen ook heem schutters zijn? Ik weet ook dat het antwoord niet voor iedereen hetzelfde is. Toch kon ik het in dit verband niet nalaten deze kwestie weer te berde te brengen. De kaart van Walcheren, met andere ogen, nogmaals overziende, valt te constateren dat in heel wat dorpen, vroegere gemeenten veelal, inmiddels meer of minder aan de plaatselijke geschiedschrijving is gedaan. Niet alle dorpen beschikken echter over zo'n plaatsbeschrijving. Het voorbeeld van Klevers kerke leert nu dat de omvang van deze laatste groep slinkende is, maar het lijkt me dat het tempo waarin dit gebeurd, wat laag ligt. Zou de Heemkundige Kring Walcheren niet de aangewezen instantie zijn hier aan iets te doen, door te bevorderen dat de nog niet beschreven pagina's uit het geschiedenisboek over Walcheren ook eens gevuld worden? In sommige geval len hoeft dit slechts te betekenen dat gereed liggende manuscripten worden gepubliceerd. In andere gevallen zal meer werk vereist zijn, maar het lijkt me een uitdaging! En, voor het geval men de smaak te pakken heeft, is dan niet de volgende vraag: in hoeverre is het nodig en mogelijk reeds bestaande publica ties te actualiseren? Het is namelijk opvallend dat de meeste Walcherse plaats beschrijvingen weinig recent zijn: Arnemuiden (1875), Westkapelle (1889), Aagtekerke (1893), Nieuw- en St. Joosland (1896), Biggekerke (1903), Domburg (1913), om er slechte enkele te noemen.... Misschien ben ik nu al te ver afgedwaald; excuses daarvoor dan. Waartoe een bijzonder aardig boekje over Kleverskerke, tenslotte de aanleiding tot dit alles, al niet in staat is! A.P. de Klerk, 11-3 1982 - Niet meer dan een vlek. Fragmenten uit het verleden van Kleverskerke, z.p., 1981. ƒ17,50 (verzendkosten 2,40) (verkrijgbaar via giro 4225506 t.n.v. Restauratie-commissie Ned. Herv. kerk Kleverskerke; C. de Koning, Bremstraat 31, Arnemuiden, tel. 01182-2028). 1. A. Walraven enF.P. Polderdijk, De kuststrook...; in: Archief ZGdW. VII 3e stuk 1893 p. 306. 2. H.J. Kok, Inventaris van de kerkpatrocina; in: Archief ZGdW. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 9