KLEINE MONUMENTEN om het op prentbriefkaarten te vereeuwigen), en klachten over 'jonge boeren en meiden (die) de tram uitkiezen voor hunne aanstootgevende vrijages'(!), en 'het wel': de tram Vlissingen - Middelburg vormde bijna 64 jaar een belang rijke schakel tussen beide steden. In 1932 schreef de Middelburgsche Courant te hopen 'dat de tram nog jarenlang het publiek moge bedienen en wel in gelijke mate als thans, dat wil zeggen goed en tot aller tevredenheid'. De auteur van 'De trams op Walcheren' is er m.i. in geslaagd op overzichte lijke wijze een beeld van de geschiedenis van die trams te geven, rijkelijk geïllustreerd met ter zake doende foto's. H.G. Hesselink, De trams op Walcheren, Middelburg, Den Boer, 1981 (Zeelandreeks no 8) 12,50) P.S. In het vorige nummer zijn we op onze ontdekkingstocht langs de kleine monu menten van Koudekerke stil blijven staan bij het gevelsteentje in het v.m. armenhuis. We zetten onze tocht voort, maar blijven voorlopig op het Dorps plein. Als U het Dorpsplein betreedt, dan zijn de eerste kleine monumenten die opvallen de pomp en de travalje. De pomp stamt uit 1850 - 1875 en is waarschijnlijk gemaakt bij de firma Wed. A. Sterkman en Zoon, later de N.V. De Ijzergieterij 'De Prins van Oranje' uit Den Haag. De travalje hoorde bij de smidse van L. Cijvat. Beide voorwerpen zijn totaal verschillend van vorm, functie, grootte en con structie en toch hebben ze vele dingen gemeen. Overeenkomsten zijn dat deze monumentjes de functie hebben van aan kledend straatmeubilair, terwijl de travalje nog extra dienst doet als blikvanger en sfeer-brenger bij een horeca etablissement en dankzij de eigenaar hiervan bewaard is gebleven. Samen vrolijken ze de ruimte op die nu, na de verandering van ong. vijftien jaar geleden, nog steeds wat kunstmatig aandoet. Beiden hebben ze een soortgenoot gehad die in de loop der tijd verdwenen is. De pomp op de foto bevatte zoet water en werd als algemene voorziening veel gebruikt. Vooral in warme zomers bracht hij verkoeling voor mens en dier. Maar ook als je vrijdagsmorgens op het dorp liep, zag je de huisvrouwen bij die pomp hun emmers vullen om hun straatje te kunnen schuren. Trottoirs waren onbekend en een mooi geschuurd straatje was een eer voor de vrouw. Verder haalde bakker Koster, nu bakkerij Izeboud, water uit deze pomp voor het kneden van het deeg. Zodat het water van goede kwaliteit moet zijn geweest, althans wat men toen goede kwaliteit noemde. Hiervan mag men zich anno 1982 ook weer niet te veel voorstellen maar de vergelijking met veel 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1982 | | pagina 8