Van mevr. Flissebaalje ontvingen we naar aanleiding van de lezing van de heer
Mol een oud kranten-artikeltje van de volgende inhoud.
TAALSCHAT
Waterbouw heeft zo zijn eigen taalschat. Heerlijke woorden.
Een neer is een ronddraaiende waterbeweging, bijvoorbeeld in een kribveld of
in een havenmond. Een nol is een rest van een overigens weggeslagen dijk, dat
nog aan het land vastzit.
Buihaling is een schommeling van het zeeniveau, veroorzaakt door windbuien.
Ebschaar: geul waardoor de eb stroomt in een benedenrivier.
Hyperstormvloed: op het mogelijke optreden van een stormvloed met een
waterstand te Hoek van Holland van vijf meter boven NAP is het Deltaplan
gebaseerd.
Ter onderscheiding is de naam superstormvloed gebruikt voor een stand van
vier meter boven NAP.
Een kil is een watergeul tussen hoge oevers.
Kopeffect: kratervormige ontgronding aan beide zijden van de dijkskoppen
van een sluitgat, veroorzaakt door een verticale neer.
Onderloopsheid is de mogelijkheid dat water onder kunstwerken doorstroomt:
vooral bij caissonafsluitingen is daar kans op.
Een schor is onbedijkt oeverland.
Zate is de grondslag waarop het dijkslichaam rust.
Een zoetwaterlens komt voor in de duinen, drijft op het dieper gelegen zoute
grondwater en fungeert als een soort natuurlijke afsluiter.
Zoutgrens is de zone in ons land waar het zoutgehalte daalt beneden een half
gram per liter.
DIJKJE
De Berg van Potter, Vluchtheuvel of grafheuvel?
Wie later opgravingen gaat doen in de Berg van Potter, de vluchtheuvel aan de
weg van Koudekerke naar Hoogelande, komt misschien tot verkeerde conclu
sies.
In een rapport van de burgemeester van Koudekerke van 30 november 1944
schrijft hij dat alle ronddrijvende cadavers en al het vee dat gevonden was in
ingestorte schuren, is begraven in een nabij het dorp gelegen terp. Deze berg
van Potter was een van de weinige plaatsen die in de winter van 1944 boven de
inundatie uitstaken, en onder water begraven gaat moeilijk.
Achteraf misschien toch niet zo'n goed idee, want met de volgende storm met
springvloed op de Walcherse binnenzee is een groot stuk uit de vluchtheuvel
geslagen, zoals nog steeds te zien is.
Bij opgravingen zal men dus op grote hoeveelheden beenderen stuiten, die dan
misschien tot de conclusie zullen leiden dat de heuvel een grafheuvel of een
offerplaats van vee is geweest en er is toch al zoveel over de betekenis van de
vluchtheuvels gespeculeerd.
8