1550 tekende (afgedrukt o.a. in 'Zeeland door de eeuwen heen' van Van Empel en Pieters naast blz. 81), en de hiermee goed overeenstemmende vogel vlucht-gravure van het beleg van Middelburg in 1574 (Encyclopedie van Zeeland, blz. 400). Als moderne bron noem ik nog de zeer gedetailleerde bodemkaart bij 'De Bodemkartering van Walcheren' van Bennema en Van der Meer. Typerend is dat E. in het Oud Arnemuids Voetpad en het begin van de Oude Veerse Weg de zuid-, resp. de noorddijk van de bree Arnestroom zag, en dat de kaart van Bennema daartussen veengrond geeft, wat een geul ter plaatse na het begin van de jaartelling uitsluit. Ook blijkt zowel bij Van Deventer als bij Bennema dat de Arne bij Arnentuiden én bij Middelburg uitgesproken smal was, en dat een breder gedeelte halverwege was te wijten aan lokale dijkbreu ken. Bennema geeft zelfs enkele welen weer, die door dijkdoorbraken zijn ontstaan. Nu E. van een geheel achterhaalde visie uitgaat, is het duidelijk dat ook zijn daarop gebaseerde conclusies heel kritisch moeten worden bezien. Ik meen diverse onjuistheden in E.'s verhaal hier onbesproken te mogen laten, en ga nu over tot de door mevrouw Van de Putte genoemde straten. Brakstraat Ik kan niet bewijzen dat straatnaam 'Brakstraat' plus huisnaam 'De Brakke' niet teruggaan op een barak, maar heb wel twijfels. Het woord barak komt in het Nederlands pas na de middeleeuwen voor en een militair onderkomen zou ik eerder binnen een vesting zoeken dan daarbuiten. Ook lijkt me een hokje op een fantasie-gravure een wankele basis voor een gevolgtrekking. Ik merk op dat een brak een jachthond is, en dat we 'De Brakke' kennen als familienaam en als naam van een gehucht in West Zeeuws-Vlaanderen. Het is m.i. wel duidelijk dat de Brakstraat het begin van de Oude Veerse Weg vanaf de Noorddampoort was, dat zich vootzette via de Lazarijstraat. Singelstraat E. zag daar een grote watervlakte, passend in zijn onjuist gebleken idee van een brede Arnestroom. Ik zie de Singelstraat als een buitensingel die normaal ontstaan is toen de stadsgracht ten noorden van de huidige Pijpstraat gegraven werd. Dam Achter deze dam zijn de voormalige Korte Delft en Lange Giststraat (thans Damplein)duidelijk oude dijken die dus uit de lie of 12e eeuw zullen dateren als reactie op de vloeden van 1014 of 1134, en die niet rond een gegraven haven lagen, maar langs (een tak van) de Arne zelf, gezien het gebogen verloop en de onregelmatige oevers. Ik vermoed dat inderdaad de stadsuitbreiding van midden 13e eeuw slechts ging tot aan de huidige Spuistraat, en dat de Dam als onderdeel van de toen aangelegde omwalling en ommuring is aangebracht omdat men een niet afgesloten Arne daar als een te gemakkelijke toegang tot de stad zag voor belegeraars en mogelijk ook voor stormvloeden. In 1304 braken de Vlamingen de stadsmuren af en de herbouw ervan bood de gelegenheid om ter bescherming van de economie ook het havengebied buiten de Dam binnen de veilige vesting te brengen. Er bestaat overigens ook de opvatting dat deze tweede stadsuitbreiding oostwaarts pas later in de 14e eeuw tot stand kwam. Er zijn nog wel enkele argumenten die pleiten voor een 19

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 21