'k 'eleze
medewerking ontvingen, is men eerder geneigd de molen of molens dichter bij
de Dam te situeren, in verbinding met de Spuisluis. En wel achter het pand
Spuistraat 2, dat de oude naam 't Verlaetboor' draagt. Verlaet is het
middeleeuwse woord voor sluis, boor houdt waarschijnlijk verband met op
beuren, opheffen. Bij restauratiewerkzaamheden is men hier een aantal jaren
geleden in de tuin van het huis op een gewelfingang gestuit, sterk gelijkend op
de met natuursteen omrande opening onder de bibliotheekbrug en ook op het
gewelf op de tekening van Hollestelle. De opening is nu dichtgemetseld, maar
nog zichtbaar in de achtermuur van een schuurtje.
't Verlaetboor' is, naar wordt aangenomen, het huis van de sluiswachter. Of
van de molenaar.
Verdere fragmenten van sluis of molen werden, voor zover we weten, hier niet
ontdekt.
Zo blijft het geheim van de 'hangende tuin' van de bibliotheek bestaan. De
'tuin' die in 1964 verdween. Juist een eeuw daarvoor, in 1864, had men het
laatste stuk van het Molenwater gedempt. De Spuimolen was al in 1863 afge
broken.
Het stilstaande water van het eens zo nuttige Spuikanaal bracht zijn bezwaren
mee. In 1900 schreef Dr. de Man: 'Dat het Spui, door zijn gassen, een ramp
voor de stad was, zal menigeen zich herinneren'. Waarschijnlijk tot vreugde
van de omwonenden is het Spui sinds lang opgedroogd. Een deel van de oude
bedding, die nog lang erfpacht was, is nu definitief opgegaan in particuliere
tuinen, en een ander deel is een net openbaar wandelpad geworden.
T. Keiler
Gegevens o.m.:
Gemeentearchief Middelburg
Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied
Dr. J.C. de Man. Het zuidelijk deel van den op het laatst der zestiende eeuw
afgebroken muur van Oud-Middelburg (1900).
P.W. Sijnke. Uit de Middelburgse historie, z.j.
T. Stol. De straatnamen van middeleeuws Middelburg. Archief 1979.
Zeeuws Genootschap der Wetenschappen.
Deel twee van de 'Encyclopedie van Zeeland' is uit!
Het eerste deel verscheen in maart van het afgelopen jaar en dit nieuwe deel
kwam nog juist voor de kerstdagen van de pers. Tja, wat moeten we er over
zeggen?
In de eerste plaats past bewondering voor het vele dat redactie en medewerkers
van dit boekwerk tot stand hebben gebracht. Hetgeen zij verzamelden en
schreven is niet gering. Dit tweede deel van de Zeeuwse ecyclopedie loopt van
Hamer t/m Ryckhals. Het derde en laatste deel, dat vermoedelijk zomer 1983
6