geleden de schrik van hun leven gehad toen een reserve benzinetank van een vliegtuig vlak bij hen neerkwam. Als die leeg zijn, worden ze afgegooid en buitelen dan omlaag. Ze hebben de vorm van een bom, dus liepen ze voor hun leven met de lege tank achter zich aan. Ze hebben hem later meegenomen en hij ligt nu op het erf. De explosies gaan steeds door. Het is een groots spektakel. Ze zijn niet te tellen, maar het zijn er honderden, soms een paar tegelijk en allemaal ver schillend. Er zijn nu grote happen uit de dijk. Het schilderachtige witte Dijkhuis dat op de uitspringende hoek van de dijk staat, ligt nu bijna op een eiland. De dijk is aan weerskanten verdwenen. Daar woonde Frits Lenvelt. Zou hij op tijd zijn weggekomen? Op de boerderij Klein Essenhof, dat nog dichter bij het gat ligt dan wij, is geen leven te bekennen. Zeker gevlucht. Verderop is het hele gebied tot aan de Kattepolder verwoest en verlaten. Mijn vader is weer veilig terug vanuit Vlissingen. Hij heeft het bombardement op Breskens vanaf ons platte dak prachtig kunnen zien en komt ons nu gerust stellen. Hij is stomverbaasd als hij hoort dat onze dijk is doorgegooid. Als we 's avonds in de woonkeuken zitten, rennen we bij elke siddering naar buiten en zijn dan net op tijd om in het donker de hete gassen met een rosse vlam te zien ontsnappen. Maar op de lange duur geloven we het wel en dat rennen gaat op je zenuwen werken. De dijk wordt langzamerhand met de grond gelijk gemaakt, 's Avonds laat zien we door een van de gaten een lichtpunt dat we niet kennen, een boei op zee of het licht van de aanlegsteiger van Kamperland. Sam denkt niet dat het water op het hof zal komen, want het ligt te hoog. Na Westkapelle gaan er de wildste geruchten. Walcheren is een schotel en het water zal tot aan het topje van de afgebrande Lange Jan komen, dat wordt de Duitsers steeds wijs gemaakt. De volgende nacht is het onrustig; we slapen niet veel. Jagertjes klooien voortdurend rond en laten uiteindelijk een bom vallen. De hele nacht door ontploffen er nog steeds tijdbommen zodat je op zolder ligt te schudden. Ook de volgende dag nog. Idioot dat zo'n ontsteking zo lang kan aftellen. Donderdag 12 oktober Het water komt al vrij hoog in de sloten. Wormen en kikkers gaan dood door het zoute water. De weg naar Gapinge staat al onder water. Mijn vader moet weer naar Vlissingen en besluit een omweg over Serooskerke te maken. Als hij 's avonds terugkomt, heeft hij weer de gewone weg over Gapinge genomen, maar moet dan een paar honderd meter door twintig centimeter water fietsen. Op de boerderij worden de aardappelen weer uit de kuil gehaald en in zakken gedaan en naar de schuurzolder gebracht. Dat is hard werken. Mijn broertje Wim is erg stil. Hij heeft voor zijn hulp bij het inkuilen van de aardappelen geld verdiend, maar nu alle werk voor niets is geweest, is hij bang dat hij zijn beloning zal mislopen. Vrijdag de dertiende 's Morgens komt het water hoger, 's Middags loopt het om het Essenhof. Konijnen kunnen niet zwemmen en verdrinken. Veldmuisjes zwemmen des te beter en zoeken bij massa's schuilplaats in de schuur. Een hoop mangels kabbelt af en de voederbieten drijven één voor één in een lange sliert tussen het 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 12