huis en de schuur door. Het lage dijkje dat we in allerijl om het hof hebben gelegd haalt niet veel uit. Het water komt er gemakkelijk overheen. Het varken van de buren redt zijn leven door op zijn achterpoten tegen zijn kot te gaan staan. De mestput gaat drijven met de kippen er op. De weg naar Gapinge staat blank; we zitten dus op een eiland. In verband met de vloed van vannacht moeten de beesten uit de wei en door het water naar de dijk worden gebracht, maar ze zijn bang. We proberen het stiertje door het water te trekken, maar ik kom met mijn vingers gemeen klem te zitten tussen 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 13