Wim is veel kleiner en is er erg kwiek mee. De w.c. is ondergelopen. Wim is weggevaren, mijn moeder is in alle staten. Hij is uit het raam in de kano gestapt en geeft geen antwoord meer. Het blijkt dat hij naar de mestput is gevaren om daar zijn grote boodschap te doen. Daarom wilde hij geen antwoord geven. Men zegt dat Martien Beversluijs, Meerkamp van Emden, Piet Surrogaat en ander geboefte per sleepboot vanuit Veere het zinkende eiland verlaten hebben. Om dit soort transporten te voorkomen cirkelt er elke nacht een vlieg tuig rond, dat lichtfakkel uitgooit en dan uiteindelijk een of ander doel mi trailleert of bombardeert. Je wordt er tureluurs van. Dinsdag 17 oktober Vannacht is het water dertig centimeter hoog in huis geweest. Het zakt bij eb niet vlug meer weg, want het is het begin van springvloed. Het varken en de koe worden naar de dijk gebracht. Wim heeft de kippen op de mestvaalt ge vangen en in de schuur opgesloten. Als je in het donker van de schuur in het water loopt, licht het hele oppervlak groen op van de zeevonk. De lichtpuntjes blijven op je natte handen nagloeien. Al dat geweekte stro is kennelijk een goede voedingsbodem. Je moet oppassen met je blote voeten nergens in te trappen, want ieder wondje gaat zweren. Onze fietsen staan ook in de schuur, lekker in het zoute water. Ze zijn helemaal onder de mest gekliederd, want de kippen gaan nu op stok op de stang en het zadel. Een stelletje Lancasters komt het gat van Westkapelle weer eens uitdiepen. Het schijnt dat daar een drempel het binnenstromen van het water belemmert. Mijn vader is weer naar Vlissingen, nu over Oostkapelle en Grijpskerke. De enige weg die is overgebleven tussen de watervlakten die uit de verschillende gaten komen en bijna elkaar hebben bereikt. Woensdag 18 oktober In de loop van de middag is mijn vader weer teruggekomen vanuit Vlissingen. Overal staat veel water, ook bij de melkfabriek bij Middelburg. Hij heeft er een halve dag over gedaan en bijna het hele eind gelopen en is toch uiteindelijk met fiets en koffer met kleding kopje onder gegaan. Hij wordt dus vlug onder de wol gestopt, maar is 's avonds weer op verhaal. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 19