Donderdag 19 oktober Eindelijk springvloed. Het water komt nu een halve meter in huis en met laag water is het nog maar enkele uren droog. Erg droog is het natuurlijk niet met al die zoute slik. We brengen de meeste tijd op zolder door. Onze situatie is eigenlijk onhoudbaar. We zijn echter geen evacués, maar vluchtelingen, zodat er in Vrouwenpolder geen plaats voor ons is. Mijn moeder wordt ernstig ziek met hoge koorts en ijlen. Wondroos in het been door infectie door het vieze water. Vrijdag 20 oktober Na enkele dagen rust begint het schieten weer. Er zijn heel zware explosies in de richting Vlissingen. Men zegt dat er pamfletten zijn uitgegooid dat we binnen twee maal 24 uur bevrijd moeten zijn, omdat anders alles wat nog boven water uitsteekt platgegooid zal worden. Het water gaat nu helemaal niet meer weg, zodat we de kachel niet meer kunnen aanmaken. Janna heeft veertien dagen geleden voor het laatst brood gebakken. Dat is nu droog en staat stijf van de fijne witte schimmel. We kunnen er nu ook geen pap meer van koken. We gaan erg vervuilen en Friedy vreet 's nachts gaten in de vuile was. Zaterdag 21 oktober We zijn van Essenhof naar Vrouwenpolder gevlucht. Mijn moeder is te ziek om mee te gaan, dus wil ze alleen op de boerderij achterblijven, maar dat is natuurlijk onzin. Ze wordt later vanuit het dorp met paard en wagen opge haald. Nu kunnen al onze bezittingen, in blauwe beddetijken gepakt, ook mee. Ik neem mijn 'kano' mee en het hondje Friedy gaat in de binnenzak van mijn jas. Wij krijgen onderdak op de meelzolder van de maalderij van De Visser. De ramen zijn dichtgetimmerd. Het is er somber en de kachel wil niet branden, maar voorlopig zitten we hoog en droog. Naschrift Veel later is uit officiële rapporten aan het licht gekomen, dat er 60 Lancasters aan deze aanval hebben deelgenomen van dezelfde groep, die de Nolledijk had aangevallen. Ze hadden ieder veertien bommen van 1000 pound bij zich met tijdbuizen met een vertraging van een half uur tot een uur. Men gebruikte tijd bommen omdat ieder vliegtuig individueel moest richten en men anders het doel niet kon zien door de rookwolken van de ontploffende bommen van de voorliggers. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 20