WALCHEREN IN WOORD EN BEELD Een kanon met een geschiedenis Achter de Campveerse Toren aan het havenhoofd in Veere staan twee kanonnen, die de meesten van u wel eens gezien hebben. Heeft u echter wel eens op de inscriptie in het ene kanon gelet en u ook afgevraagd, wat dat betekende? Dit kanon werd in de achttiende eeuw voor de Oost-Indische Compagnie in het toenmalige Ned. Indië gegoten, wat blijkt uit de afwezigheid van een vermel ding van de Kamer, waarvoor het kanon gegoten is. Die werd n.l. hier in Nederland steeds genoemd. Bij de letters VOC kwam dan voor Middelburg een M, voor Amsterdam een A en voor Hoorn een H. Het is oorspronkelijk een stuk scheepsgeschut, dat echter op een rolpaard, waarop het ook nu staat, aan land gebruikt kon worden. Dergelijke kanonnen werden vanaf de 17e eeuw op vele plaatsen in de Indone sische archipel, zowel voor de VOC als voor Indonesische vorsten, gegoten. Het 18e eeuwse exemplaar uit Veere is een z.g. drieponder, lengte 1.52 m, kaliber 7,5 cm, gewicht ongeveer 335 kg. De inscriptie werd lange tijd na het gieten aangebracht, vermoedelijk wel bijna honderd jaar daarna en het kanon is dan al sterk verouderd. Wat er op staat is geen Arabisch, maar een tekst in het Maleis, met Arabische tekens geschreven. Er staat het volgende: Toen de heer hadji Mahmoed Calik terugkeerde van de Hadj schonk hij een kanon (of kanonnen) opdat de Maleiers gerust mochten zijn. Jaar 1251 1835) De vermelding van het jaar heeft plaats volgens de Islamitische tijdrekening, aangezien de schenker een overtuigd Islamiet is, wat ook blijkt uit zijn tocht naar Mekka (de Hadj). Met Maleiers bedoelde hij zijn geloofsgenoten, een benaming alleen gebruikt waar Islamitische archipelbewoners in conflict waren met andersdenkenden. Dat was in 1835 uitsluitend het geval op Lombok en dat al sinds honderden jaren. We kunnen er dus zeker van zijn dat Mahmoed (Mohammed) Calik afkomstig is van Lombok, waarvan de bevolking, de Sasaks, overtuigde Mohamme danen, steeds meer onder Balinese invloed kwam. Tot overmaat van ramp waren de Balinezen even overtuigde Hindoes als de Sasaks Islamieten. Vanaf 1740 bevindt Lombok zich geheel onder Balinees oppergezag en omstreeks 1835 zijn er vier tegen elkaar strijdende rijkjes, allen Balinees, maar hoe het ook afloopt, de Sasaks zijn het slachtoffer. Twee of drie jaar voor 1835 maakt Mahmoed Calik dan zijn tocht naar Mekka. Zo lang duurde n.l. de reis heen en terug. Zo'n reis moest over zee en met kleine boten gemaakt worden, die de kustvaart uitoefenden. Van een directe verbinding vanuit Lombok naar de pelgrimshaven Jedda was geen sprake. Misschien is Mohammed Calik van Arabische afkomst geweest, maar in ieder geval heeft hij bij zijn tocht hulp en advies gekregen van echte Ara- 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 21