bieren. Die waren er n.l. op Lombok ook, de Hadramieten, afkomstig uit de landstreek Hadramaut in het tegenwoordige Zuid-Jemen. Ze waren door gebrek aan mogelijkheden in hun eigen land over heel Oost-Afrika, Arabië en tot in Indonesië uitgezwermd, waar ze in handel en kustvaart een bestaan vonden. Als Mahmoed Calik na jaren in Ned. Indië terugkomt, draagt hij de kleding van de hadji met onder andere een tulbandachtige hoofdbedekking en een lang wit gewaad. Meestal bleef een pelgrim enige tijd in Mekka en van zijn nog grotere kennis van een meerdere trouw aan de Islam kunnen we overtuigd zijn. Hij is vastbesloten tenminste iets voor zijn geloofsgenoten op Lombok te doen en koopt uit een depot bij het arsenaal op Onrust, een klein eilandje voor de kust bij Batavia, ons kanon en misschien meer. Dan laat hij er ook het op schrift op aanbrengen en het kanon komt op Lombok aan. Of het daar in de strijd tussen Baliërs en Sasaks ook dienst heeft gedaan, weten we niet en voor het vervolg van ons verhaal moeten we een aantal jaren overspringen. De Sasaks voelen zich dan zo door de Baliërs onderdrukt, dat ze de Neder landse regering verzoeken om hulp. Deze stuurt een strijdmacht, die eerst wordt teruggeslagen, waarop de Lombokexpeditie begint. In de 'Lombok-expeditie' - Kapitein F. Schulze, Batavia-Solo, Albrecht en Rusche, lezen we dan: 'Later slaagde de commandant van H.M. Oorlogsstomer Bali, Lt. ter zee le klasse Cramer, gesteund door het Boeginesche hoofd Abdoellah Bonto, die aan de Noordkust grote invloed had, er in, om de uitlevering althans van een gedeelte van dit oorlogsmateriaal te verkrijgen'. Het betrof hier geschut, dat bij de vernieling van Tandjong door de Sasaks was buitgemaakt. Dit wordt dan aan boord gehaald en op 24 november 1894 naar Ampenan gebracht. Enkele van de kanonnen komen in Nederland terecht in het Rijksmuseum in Amsterdam en hier vinden we ons kanon terug. In 1955 worden op initiatief van de heer J.C. Smit, eigenaar van de Scheeps werf De Noord in Alblasserdam, medeoprichter van de Stichting Veere, de beide kanonnen van de Staat in bruikleen verkregen en op hun huidige plaats opgesteld. Ook het tweede kanon heeft een opschrift, maar dit is in de loop der tijd zo beschadigd, dat het onleesbaar is geworden. Er valt over de herkomst en geschiedenis van dit kanon niets anders met zekerheid te zeggen, dan dat ook dit exemplaar van Lombok komt, maar of het ook door Mahmoed Calik is gekocht, is niet na te gaan. Als u in de toekomst de kanonnen weer eens ziet, zult u ze toch met andere ogen bekijken, vermoed ik. J.C. Beimers 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 23