een ander rechtsgebied behoorden, in dit geval tot de ambachtsheerlijkheid Koudekerke. Als we het boekje 'De Veldnamen van Koudekerke' en het onlangs verschenen boek 'De Molens van Koudekerke' lezen, blijkt dat de molen(s), waar de Molenberg in Middelburg naar genoemd is, eertijds op het grondgebied van Koudekerke heeft (hebben) gestaan. Verder dienen we te weten, dat de doorgaande route van de nederzetting Middelburg naar Koudekerke lag in het verlengde van de Langeviele en daarmee uitkwam op de huidige Burgemeester Dregmansstraat. Op topografische plattegronden is duidelijk te zien dat het Walcherse wegen patroon zich voortzet in de plattegrond van Middelburg. Zie hiervoor o.a. de studie van Taeke Stol en de recente artikelenserie in dit blad van de heer Kareis. Middelburg groeide in de loop der tijden zodanig, dat de beknellende vestingwerken regelmatig naar buiten uitgelegd moesten worden. Er ontstond b.v. met name bij de aan- en afvoerwegen altijd een concentratie van lintbebouwing. Op de plattegrond van Middelburg door Jacob v. Deventer uit de 16e eeuw staat voor ons gebiedje, de Kerkstraat, ook reeds bebouwing aangegeven, functioneel op Middelburg gericht, maar behorend bij Koudekerke. Zie hiervoor o.a. het artikel van de hand van de heer Roose in Wete 1978 nr. 4 'Een herbergier in verwachting anno 1821'. Nadat de laatste vesting aangelegd was (waar de huidige bolwerken en singels fraaie restanten van zijn), diende het doorgaande verkeer van en naar de ver schillende markten een omweg langs de Singel te maken om bij de Langeviele- poort te komen. Ongewenste personen konden zodoende een tijd lang onder schot gehouden worden. Het is trouwens frappant hoe de vestingbouwers, die uit een oogpunt van artil lerie-beschietingen streefden naar een zo groot mogelijke symmetrie, het klaar speelden om de vooruitstekende punten van de bolwerken zo te situeren, dat deze tegenover de toenmalige uitvalswegen kwamen te liggen. De toegangen van Schroeweg, Seisweg, Noordweg, Nadorstweg en dus ook de Breeweg, c.q. Oude Koudekerkseweg werden geheel beheerst. Het bebouwingspatroon in de omgeving van de Oude Koudekerkseweg/Kerk- straat was en is nog steeds onregelmatig. Nu nog is dit een buurtje met een hele aparte sfeer, hoewel het ingeklemd ligt tussen na-oorlogse nieuwbouwwijken zoals Breeweg en 't Zand. De oorsprong hiervan lag in de reeds in de 16e eeuw geconstateerde lintbe bouwing en in het feit dat er twee doorgaande wegen bij elkaar kwamen. De weg naar Koudekerke maakte, los van de Breeweg, een hele rare slinger, een bres, via wat nu de Kerkstraat heet. Omdat de kerk, waar dit artikel uiteindelijk over gaat, behoorde tot de kerke lijke gemeente Koudekerke, hebben we de heer Roose, die vele jaren in het kerkbestuur gezeten heeft, om bijzonderheden gevraagd. Nadat we duidelijk gemaakt hadden om welke plaats het ging, zei deze: 'O, die in het VUULE BRESJES'. De navolgende gegevens zijn dan ook van hem afkomstig en uittreksels van de notulen van de kerkvoogdij der Nederlands Hervormde gemeente Koudekerke en de (burgerlijke) gemeente Valkenisse. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 19