EIERS EN BEIERS laatste vijf- tot zeshonderd man Franse troepen zich konden inschepen. Het was een wilde vlucht met de Waffen SS op de hielen. Het veerplein stond vol karren, uitgebrande auto's, zoeklichten en geschut dat onklaar was gemaakt, de onbeschrijfelijke troep die een leger in een soort 'Duinkerken' achterlaat. Daartussen bezwete paarden met schuim op de bek, die bij elke explosie op hol sloegen. Vanaf de kade was onheilspellend de vuurzee van Middelburg aan de horizon te zien. Een Hollandse dokter, die probeerde de laatste boot naar de vrijheid te halen, heeft de generaal nog gezien, moe, vuil en bebloed. Hij kwam bij de Keer sluisbrug langs een Duitse verkenningspatrouille, die juist met bebloede koppen was teruggeslagen door de mitrailleuses van de generaal. In de verwarring zag hij toch kans het station te bereiken en met zijn vrouw aan boord van de laatste Franse jager te komen. Men heeft nog op de generaal gewacht, maar toen men begreep dat hij zich had opgeofferd om de aftocht van zijn manschappen te dekken, heeft de admiraal Platon opdracht gegeven af te varen terwijl de Duitse lichtspoor munitie al op de pantsering hagelde. Het was 22.15 uur Franse tijd. General de Brigade Marcel Emile Deslaurens was niet meer. Geboren op 23 juli 1883 te Bourges, dus juist honderd jaar geleden en gesneuveld op het veld van eer op 17 mei 1940 te Vlissingen, pour la Patrie. Hij heeft jarenlang gelegen in het graf No 1 op de oorlogsbegraafplaats te Vlissingen. Nu is er alleen nog maar het verhaal en dat zelfs kent bijna niemand meer. Dit is een, volgens mij ouderwets, gerecht. Als lagere schoolkind 55 jaar geleden) aten mijn zus en ik tussen de middag warm bij de wagenmakersvrouw te Kamperland, Tante De Looff. In de zomer maakte zij van tijd tot tijd eieres en beiers 'voo achteran', als toetje dus. Ook bij een oude tante van ons werd het gerecht ter tafel gebracht. Ikzelf kook altijd op de gis; zo van: een lepeltje van dit, een beetje van dat en dan nog een scheutje Maar ter ere van De Wete heb ik mijn ingrediënten maar eens gewogen. En zie hier: Men neme: 200 gram beiers, oftewel kruisbessen, die niet eens helemaal rijp hoeven te zijn, 1 ei en 40 gram basterdsuiker, kaneel. De 'beiers' schoonmaken, wassen en met een bodempje water laten koken tot ze zacht zijn 10 min.). Oppassen voor aanbranden! Ondertussen het ei met de suiker schuimig kloppen. Als de beiers gaar zijn, ze door een roerzeef draaien, terugdoen in de pan en heel goed heet maken. Van het vuur af (anders schift de zaak) het ei-suikermengsel er bij roeren. Het wordt dan een gladgebonden massa. Laten afkoelen en opdienen, be strooid met kaneel. N.B.: 't Zelfde procédé kan ook gevolgd worden met rabarber i.p.v. beiers. C.I. v. Nieuwenhuyzen 26

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 28