Y 'eleze Twee boeken over ons heem staan deze keer ter bespreking. We gaan eerst naar Veere. Zeven eeuwen Veere Het prachtig stedeke Veere bracht al vele schrijvers in vervoering. Tot een samenvattende geschiedschrijving is het echter nimmer gekomen. Het onlangs verschenen 'Zeven eeuwen veere', geeft die samenvatting evenmin, maar belicht een aantal facetten van de rijke en boeiende historie van dit oude stadje. Het boek, dat onderverdeeld is in 20 hoofdstukken en 232 pagina's telt, is opgedragen aan H.M. Koningin Beatrix, Markiezin van Veere. 'Dit is geen wetenschappelijk werk, want de schrijver is geen historicus'. Met deze zin begint auteur Pieter Fagel de inleiding van zijn boek over Veere. Eigenlijk jammer dat Fagel geen historicus is, zegt de archivaris in mij. Want een historicus zou vermoedelijk een ander, mogelijk een minder leesbaar en minder aantrekkelijk ogend werk hebben geschreven, maar hij zou gebruik hebben gemaakt van archiefbronnen. En die bronnen zijn nu juist in zo'n grote verscheidenheid in het Veerse stadsarchief voorradig. Het betreft hier een nauwelijks ontgonnen goudmijn. Wat dacht U b.v. van brieven van en aan de koningen van Engeland en Schotland uit de 14e eeuw, en zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen. Over de oudste geschiedenis van Veere moet veel te vinden zijn in de archieven en de gangbare mening over een en ander zou daardoor wel eens gecorrigeerd kunnen worden. Maar laten we niet zeuren over het hoe het ook zou kunnen. Fagels boek staat ter bespreking. Pieter Fagel moge dan geen historicus zijn, een groot Veere- kenner is hij wel. Hij heeft een aantal grepen in de geschiedenis van Veere gedaan. Geslaagde grepen lijkt me. Zo lezen we veel wetenswaardigs over kasteel Sandenburgh en de heren en vrouwen van Veere, leden uit de roem ruchte familie Van Borssele (U kunt ze bewonderen in de voorgevel van het schitterende Veerse stadhuis), de Grote Kerk en uiteraard Valerius. Maar niet alleen bekende zaken passeren de revue. Ook minder bekende historische gebeurtenissen en figuren komen aan bod. Wist U b.v. dat de reizigers tussen Middelburg en Veere begin vorige eeuw tweemaal een tolhek passeerden, maar slechts eenmaal behoefden te betalen? Ze kregen n.l. een loodje of kaartje mee dat bij de tweede tol afgegeven diende te worden. De auteur verloochent zijn (vroegere) professie niet: hij is emeritus-predikant. Ruime aandacht derhalve voor Veere's kerkelijk erf. De Reformatie wordt behandeld. Jan van Miggrode (gestorven 1627), voormalig pastoor van Aalst, was Veere's eerste predikant. Een Andreas Andriessen, predikant van 1729 - 1763, en een Jacobus Renier, predikant, rector én enige leraar aan de Veerse Latijnse School, worden door Fagel uit hun stoffige schuilhoek gehaald en in het volle licht gezet. De band tussen het markizaat Veere en ons Oranjehuis komt natuurlijk eveneens uitgebreid aan bod. Ik laat het bij deze voorbeelden. Rest mij tenslotte nog te vermelden, dat sommige hoofdstukken reeds eerder in het Zeeuws Tijdschrift zijn verschenen en dat 'Zeven eeuwen Veere' voorbeeldig is uitgegeven (goed gebonden en geïllustreerd met talrijke zwart-wit afbeeldingen en sfeervolle kleurenfoto's van Wim Riemens). 27

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 29