DE OUDE TIJD (slot)
door Ing. J.A. v.d. Putte
De laatste maanden van de oorlog
September 1944 - Voor hen die beneden de grote rivieren woonden, was de
oorlog bijna voorbij; zo ook voor de bevolking van Walcheren. Het ging
echter niet zonder slag of stoot. De haven van Antwerpen was vrijwel onbe
schadigd in de handen van de geallieerden gevallen, doch de Duitsers be
heersten nog de toegang tot deze haven. Vooral de zware Duitse kustbatterijen
van het eiland Walcheren en het gebied rond Breskens waren er de oorzaak van
dat de geallieerden Antwerpen nog niet als aanvoerhaven konden gebruiken.
Daar de Duitse troepen moeilijk uit het zwaar versterkte eiland Walcheren
verdreven zouden kunnen worden, besloot men het te inunderen. Op 3 oktober
werd de zeewering bij Westkapelle door Lancaster bommenwerpers gebom
bardeerd. Er ontstond een gat van 125 meter, hetgeen echter voor een volledige
inundatie van Walcheren nog niet genoeg bleek. Een tweede bombardement
volgde op 7 oktober op de Nolledijk bij Vlissingen en de zeedijken bij het Fort
De Ruyter en Fort Rammekens en een derde op 11 oktober op de zeedijk
tussen Veere en Vrouwenpolder.
Eerst op 18 oktober is Walcheren, op enkele stukken na, geheel ondergelopen.
Op 1 november begint de verovering van Walcheren met landingen te West
kapelle en Vlissingen en een aanval over de Sloedam; een heroïsche strijd die 4
dagen duurde. De gevechtshandelingen te Vlissingen waren bijzonder inten
sief. Op 1 november te 2.30 uur begon een beschieting van de stad vanuit
Zeeuws-Vlaanderen, waarbij ca. 38.000 granaten werden afgevuurd. Om
streeks 6.30 uur landden de eerste Canadezen bij het zogenaamde Slijkhaven-
tje, waarna 3 dagen van hevige straatgevechten volgden. Ook de PZEM-
centrale is niet zonder kleerscheuren uit deze strijd gekomen. Hoofdopzichter
A. Linse heeft over deze laatste oorlogsdagen een uitvoerig rapport geschre
ven. Het is een pagina's lang verhaal geworden dat men, aan één stuk door
geboeid, uitleest.
Van dag tot dag, soms van uur tot uur, worden de gebeurtenissen beschreven.
Het verslag begint met
5 september 1944. We citeren:
'We beginnen de invloed te bemerken van de naderende geallieerde legers. Het
personeel wordt steeds onrustiger. Fietsen en auto's worden door de Duitsers
gevorderd'.
Ook de auto's van de PZEM, een vrachtwagen en een bestelwagen, stonden op
de nominatie om meegenomen te worden, ware het niet dat ze daags tevoren
door de heer Linse onklaar waren gemaakt.
11 september
'We namen een hevig bombardement op Breskens waar. Door herhaaldelijk
luchtalarm werd bijna niet meer gewerkt'.
13 september
'Sloedam wederom gebombardeerd om 19.10 uur; kabels op 5 plaatsen ge
troffen'.
2