kapot gegaan was. Met het trambedrijf was het anders gesteld. Op 6 september 1944 werd de stadsdienst Station-Bellamypark gestaakt daar er bij het station boten noch treinen meer aankwamen. De dienst Vlissingen-Middelburg werd nog een maand langer volgehouden, zij het met veel kunst en vliegwerk, totdat op 11 oktober 1944 de laatste rit werd gereden. Na enig speurwerk zijn we er achter gekomen wie er op deze rit dienst hebben gedaan: Conducteur P. de Veij en bestuurder Goedegebuure. We hebben de heer P. (Piet) de Veij, die met z'n 83 jaar een van onze oudste gepensioneerden is, thuis opgezocht en we laten hem nu zelf het relaas van de laatste rit ver tellen: 'We vertrokken die dag om 14.30 uur van de Markt te Middelburg met een motorwagen en 3 bijwagens. Er waren nogal wat mensen opgestapt, waaronder enige Duitse militairen. Ongeveer ter hoogte van de Ijsbaan viel de spanning weg, zodat we stil kwamen te staan. Dit kwam meer voor bij een luchtalarm, zodat we rustig bleven wachten. Toen naderden plotseling zeer laag vliegend tientallen zware vliegtuigen. In paniek vlogen de mensen de tram uit en zochten dekking aan de kant van de watergang of vroegen onderdak bij de huizen aan de Vlissingseweg. Het viel mee; de vliegtuigen bleken al op de terugweg te zijn van de bombarde menten op de zeedijk bij Veere; doch de spanning kwam niet meer terug. Het vliegveld tussen Vlissingen en Souburg, zo bleek naderhand, was wel gebom bardeerd, waarbij de tramrails en de bovenleiding over een afstand van 60 m werden beschadigd. De tramstellen zijn aan de Ijsbaan blijven staan.Enige dagen iater kwam het water en toen was het helemaal bekeken. Een jaar later stonden ze er nog, althans datgene wat er van over was'. Aldus het verhaal van de heer De Veij. Met zekere trots vertelde hij ook nog, niet alleen de laatste rit gereden te hebben, doch ook de eerste, dat wil zeggen de eerste officiële rit in 1913 naar het station. Bij de familie De Veij werkte iedereen bij de train. De vader, Jan de Veij, was machinist op de stoomtram; zoon Arjaan was 'stokloper' voor de stoomtram in Vlissingen. De zoons Piet, Jan en Gilles hebben alle drie bij de elektrische tram gewerkt. Er is eens een tram vertrokken met Piet als bestuurder, Gilles als conducteur en Jan als hulpconducteur. Dhr. P. de Veij heeft 7 jaar als bestuurder dienst gedaan en 27 jaar als conduc teur. Na de opheffing van het trambedrijf werd hij overgeplaatst naar de afdeling Boekhouding te Middelburg, waar hij nog 12 jaar werkzaam was. De wijze waarop hij zijn taak vervulde was van dien aard, dat men hem verzocht, na zijn officiële pensionering op 7 april 1956, nog een jaar na te blijven. Begin 1957 sloot de heer De Veij zijn lange en eervolle loopbaan bij de PZEM af; een loopbaan waarop hij nu nog met voldoening kan terugzien. Waar zijn ze gebleven? Het trambedrijf werd na de oorlog niet meer voortgezet. Het rollend materieel, alsmede de rails en de bovenleiding waren voor de oorlog al nodig aan vernieuwing toe. Tijdens de oorlogsjaren steeg de winst echter door het zeer grote vervoer; een winst die in feite roofbouw betekende, omdat het onmogelijk was de trambanen en het rollend materieel het hoognodige onder houd en vernieuwing te geven. Toen dan ook door de inundatie en de oorlogshandelingen op Walcheren het 4

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 6