JAARVERSLAG
over het jaar 1982 van de Heemkundige Kring Walcheren.
Van de ekonomische teruggang die ons land al enige jaren treft en die voor
velen in het jaar 1982 duidelijk merkbaar werd ten aanzien van arbeid en
inkomen, heeft de H.K.W. tot nu toe weinig problemen ondervonden.
Bedroeg het ledental per 1-1-1982: 603, toen het jaar afgesloten werd, zaten we
al dicht bij een ledental van 700. Onze vereniging groeit gestaag door en dat
verheugt ons zeer. Een van de oorzaken moet zeker gezocht worden in het feit,
dat vele leden op voortreffelijke wijze reklame maken voor hun vereniging,
met name door enthousiaste mededelingen te doen over bijeenkomsten en over
De Wete. Iedere uitgave van De Wete heeft altijd weer een aantal
aanmeldingen van nieuwe leden tot gevolg.
Een tweede oorzaak van de toenemende belangstelling moet waarschijnlijk
gezocht worden in het feit dat kennis van de eigen woonomgeving een hobby
wordt van steeds meer mensen, daarbij aangespoord door o.a. het uitgeven
van vele boeken en brochures over hun leefgebied. Naar de etalages van de
boekhandel te oordelen loopt Zeeland en vooral Walcheren daarbij niet
achter. Een gevolg daarvan is dat de kennis van het heem bij velen toeneemt en
dat het daardoor voor het bestuur vaak een hele opgave is om onderwerpen
voor lezingen en excursies zo te kiezen dat de interesse van onze leden
daarvoor blijft gehandhaafd.
In het afgelopen jaar hebben we weer een 12-tal lezingen en excursies mogen
verzorgen en het aantal geïnteresseerden was stellig goed te noemen. De zaal-
akkomodatie te Koudekerke waar sinds 1981 onze lezingen plaatsvinden,
voldoet naar het oordeel van het bestuur nog steeds goed, gezien ruimte en
bereikbaarheid.
Ook dit jaar is er weer een buiten-heemse excursie geweest en wel naar het
kasteel Duivenvoorde te Voorschoten en het tegelmuseum Lambertus Meer-
tens te Delft. Een dag waar we weer met genoegen op kunnen terugzien en die
het plan, om elk jaar een excursie te maken naar een plaats of gebied met
binding met ons Walcherse heem, heeft doen verstevigen. Mochten er leden
zijn, die op dit punt ideeën hebben, dan zullen wij die graag vernemen.
De Wete is en blijft altijd ons grootste zorgenkind. Niet dat het blad ziekelijk
is of kwijnt, integendeel, het is een zeer gezonde loot aan onze verenigings-
stam. Het is de belangrijkste band met onze leden. We weten dat velen lid van
onze vereniging zijn geworden om deze uitgave. Juist daarom is het onze
grootste zorg. Willen we ook die leden, waarvan er heel wat buiten Zeeland
wonen, elke keer iets bieden dat voor hen interessant is, dan betekent dat, dat
we zorgvuldig te werk moeten gaan en ons uiterste best zullen moeten blijven
doen. Als bestuur en redaktiekommissie zullen we blijven streven naar een
goed blad wat betreft inhoud en uitvoering en we hopen dat de leden daaraan
zoveel mogelijk zullen medewerken door middel van bijdragen in welke vorm
dan ook. We geven aan De Wete veel tijd en aandacht en zullen dat blijven
doen. Dat een enkeling dan toch hoogst ontevreden blijft en ons blad als een
'schoolkrantje' betitelt, is echter niet te voorkomen.
De uitgave van de verhalenbundel van J. Vader, die in het afgelopen jaar tot
stand kwam en waarvan binnen enkele maanden een tweede druk moest
verschijnen, is voor onze vereniging een sukses geweest. De kontakten met de
6