om 250 mm geschut in het noorden van Walcheren. 's Avonds duiken ongeveer twintig jachtvliegtuigen voortdurend op de Boule vard van Vlissingen. 's Nachts vertrekken veel Duitsers van de Bierdijk. Zondag 29 oktober Zondag of geen zondag, maar weer dezelfde bombardementen als gisteren, nu echter in omgekeerde volgorde, laagvliegend bij weinig bewolking. Tegelijk daar tussendoor bombarderen en mitrailleren jachtvliegtuigen de luchtdoel batterijen rond Vlissingen. 's Middags wordt Vlissingen vanuit Breskens beschoten. Je ziet de shrapnell's in de lucht boven Vlissingen ontploffen. Dat heb ik nog nooit gezien. Er is geschut geplaatst op de Kanaaldijk bij Veere. 's Avonds worden marine gewonden binnengebracht. De stroom valt uit. Dat is een ramp, want nu doen de radio's het niet meer en zijn we voor het nieuws alleen aangewezen op geruchten. Maandag 30 oktober 's Morgens en 's middags cirkelen ongeveer twintig Lancasters steeds maar rond in de richting Westkapelle zonder dat er iets gebeurt. Er staat een stevige wind en er is een lage bewolking. Aan de Bierdijk komen veel Duitsers uit Zuid-Beveland aan. Ze zijn oververmoeid en kruipen gewoon bij de mensen in de bedden of zitten in de stoelen te slapen. Wij krijgen er ook twee die onze emmer warm water opeisen en zich uitgebreid gaan wassen en scheren. Geheel opgemonterd stappen ze weer weg, de oorlog in. 'Ich fühle mich wie neu- geboren', is het afscheidswoord. Mijn vader is razend. Overdag passeert een stel militairen in een soort vlieguniform met zwemvesten met cylindertjes samengeperste lucht er aan, met parachutes, helmen en peddels. Wat dat moet betekenen? Ze gaan naar het dorp. Zijn het Duitsers? Dinsdag 31 oktober Volgens het nieuws staan de Canadezen nu aan de Sloedam. De familie M. uit Vlissingen komt met de kinderen in ons kleine huisje. Het zijn slachtoffers van het bombardement van Westkapelle en hij heeft nog geholpen bij de molen op de dijk. Iedere keer als hij het drama vertelt, gaat hij huilen. Ze hebben een echte shell-shock. Bij elke luchtaanval gaan ze luid jammerend op de knieën. Wij zijn niet bang, maar zo zou je het worden. Ons jonge hondje Friedy is ook bang. Zij piept voortdurend. Kleine Fransje vraagt: 'Wat piept er zo, Papa?' En oude Frans zegt: 'Het hondje'. En Fransje vraagt dan: 'Kan het hondje dan rijden, Papa?' Wij schieten in de lach; de spanning is weer gebroken. Ons huisje zit nu bomvol. Er kunnen geen Duitsers meer bij, dus geen inkwartie ring. Woensdag 1 november. De landingen. Vanmorgen is het vreselijk onrustig. Er is een echte oorlogssituatie. Er wordt in alle richtingen geschoten. Soms zie je over de duinen bij Zoutelande salvo's raketten opstijgen en later exploderen. Mijn fiets wordt door een Duitser afgepakt. Protesteren helpt niet. Mijn vader heeft deze Franse fiets, die het vluchtende leger uit Frankrijk had meegepikt zelf georganiseerd, compleet met Ausweis, maar het mag niet baten. De Duitser moet naar het front in Domburg, want er is een landing. Hij zegt dat er 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 10