Schrijven over de recente historie van Westkapelle is schrijven over verwoes ting en oorlogsschade. Maar het betekent ook schrijven over herbouw, hoop op een nieuwe toekomst, aanpakken en de handen uit de mouwen steken; kortom schrijven over een periode van hard werken door een generatie, met alle lief en leed daaraan verbonden. Het was niet alleen een kwestie van her bouwen van een straat en een paar huizen. Neen, een heel dorp met alle daarbij behorende voorzieningen diende weer overeind gezet te worden. Dit gebeurde door een coöperatie van aannemers, die gezamenlijk hielpen blok voor blok en straat voor straat weer op te bouwen. Na het dichten van de dijk werd direkt begonnen met puinruimen en het opzetten van noodwoningen. Er werd een wederopbouwplan gemaakt, waarin nieuwe rooilijnen werden bepaald, straten opnieuw werden geprojecteerd, verbreed en/of rechtgetrokken. Licht- en luchttoetreding zouden verzekerd worden door ruime achtertuinen. Kortom een periode van nieuw élan brak aan, waarbij functionaliteit, rationaliteit en capaciteit trefwoorden waren. In die periode is ontzettend veel tot stand gebracht, waarvan men nu nog dagelijks, zonder er bij stil te staan, de vruchten plukt. Maar alles moest toen snel gebeuren; de bewoners moesten opnieuw gehuisvest worden uit de noodwoningen of van elders. Logisch dat in die periode naast de officiële monumenten geen plaats was voor kleine historische details. En toch In een tuinmuur van het (nieuwe) pand d'Arke, gelegen midden tussen de Utrechtsestraat en de Kloosterstraat, is naast een poortje een gedeelte van een grafsteen ingemetseld. Daar dit inmetselen extra tijd gekost moet hebben, vraag je je af: 'Waarom deden ze dat?' en zou je geneigd zijn om te denken: 'Echt weer iets voor Westkappelaars'. Maar de waarheid is anders. Bij de herbouw van deze straat werd tussen het puin van elders uit de gemeente dit stuk steen gevonden. Volgens overlevering moet de beslissing om de steen in te metselen tijdens de bouw genomen zijn door de architect, die toen al gevoel voor kleine monumenten moet hebben gehad, zou je zeggen! Hij heeft in ieder geval deze steen benut om aan z'n ontwerp iets bijzonders toe te voegen. Nu zouden we zeggen: een gratis éénprocent-regeling (d.w.z. één procent van de kosten van de bouw benutten voor een kunstwerk: dit wordt bij openbare gebouwen veel gedaan). We mogen aannemen dat het hier om een grafsteen uit de in 1834 afgebrande kerk gaat. Zoals bekend is de toren van deze kerk blijven staan en doet nog steeds dienst als vuurtoren en baken voor de scheepvaart. Veel stenen en andere materialen uit de kerk, die nog in goede staat waren, werden elders in het dorp opnieuw gebruikt. (Dit hergebruiken gebeurde wel vaker, b.v. de balk uit Kasteel Sandenburg in Veere, zie Wete januari 1982). Zo zal ook deze steen in het dorp terecht gekomen zijn en mogelijk als stoep gebruikt zijn, maar dan wel omgedraaid, met de letters naar beneden, want oudere Westkappelaars kunnen zich deze steen niet herinneren. Het lettertype doet een Gotisch schrift vermoeden van het soort dat in de late middeleeuwen gebruikt werd, hetgeen heel goed mogelijk is, want Westkapelle was reeds in 1223 en stad, waaraan Graaf Floris V verschillende keuren en 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 19