om volsta ik met het voornaamste. Alle getuigen verklaren te hebben gezien, dat Marietje praktisch doorlopend verwondingen, krabben en schrammen had. De naaste buren hoorden reeds 6 a 7 jaar lang, dat het kind mishandeld werd. Een enkele keer zagen zij dat ook. Zij hoorden de moeder roepen: 'Houd je smoel of ik wurg je' en 'Lel, loeder, ik wurg je'. Het meisje liep volgens de getuigen thuis steeds op blote voeten en met verwarde haren. Een bestuurslid van een vereniging voor kinderbescherming verklaart, dat de moeder ongeveer 5 of 6 maanden geleden tegen hem zei: 'Als ik wist, dat ik er maar 4 jaar gevangenisstraf voor kreeg, sloeg ik haar dood'. Een andere getuige verklaart te hebben gehoord, dat zij hoorde dat de moeder van Marietje zei, terwijl ze haar kind sloeg: 'Als ik wist, dat ik er maar vijf jaar voor kreeg, sloeg ik je dood'. Slechts één getuige, een schoolhoofd, verklaart, dat het kind leugenachtig is, doch niet brutaal. Er zijn twee getuigen, huisvrienden van de moeder, die zeggen, dat Marietje goed behandeld werd en behoorlijk te eten kreeg. De inspecteur en de rechercheur zijn natuurlijk erg benieuwd wat de moeder van het meisje te vertellen heeft. De moeder blijkt 'erg onschuldig' te zijn. Natuurlijk heeft zij Marietje wel eens geslagen, maar dat had het meisje aan zichzelf te wijten. Zij paste niet goed op, nam op school wel eens wat weg, weigerde meermalen schone kleren aan te trekken en vertikte het eenvoudig om schoenen en kousen aan te doen. Is het dan zo verwonderlijk, dat moeder in haar drift een keer een pook pakte en het meisje sloeg, toevallig op haar hoofd? Of dat zij haar met haar handen klappen gaf? Zeker, één keer had zij het kind in haar drift bij de keel gegrepen. Waarom haar haren zo verward zijn? Zij wilde ze nooit kammen. Waarom men haar hoorde schreeuwen? Zij wilde nooit gewassen worden en schreeuwde, als ik haar toch waste. Hoe zij aan al die wonden komt? Gevochten, gevallen, gestoten. Die brand wonden? Ik denk, dat mijn dochter Engelina dat gedaan heeft. Gisteravond zei Marietje tegen me, dat ze zich zou ophangen. Toen zij vanmorgen niet in de woning was, ben ik naar de politie gegaan. 'In de kelder geslapen voor straf? Nooit'. Natuurlijk heeft vrouw B. ook nooit 'dat van de gevangenis' gezegd. Honger kan Marietje niet gehad hebben. Moeder B. wist niet, dat het kind aan de buren om eten gevraagd had. Er is teveel gezien en teveel gehoord om vrouw B. op haar woord te geloven. Bovendien is zij in het verleden meermalen bij de Commissaris van Politie moeten komen omdat er klachten waren binnengekomen over mishandeling van Marietje door haar moeder. Nimmer was echter gebleken, dat er sprake was van mishandeling in de zin van de wet. Stiefvader B. weet niet veel van de zaak af. Hij werkt buiten de stad en komt eens in de 3 weken 's zaterdags en 's zondags thuis. Een opmerking is echter belangrijk. Hij verklaart tegen zijn vrouw te hebben gezegd: 'Maak nooit lidtekens, want dan loopt het vandaag of morgen mis'. Een zeer betrouwbare getuige verklaart, dat vrouw B. tegen haar zei, toen ze haar vertelde, dat Marietje was weggelopen: 'Ik zal zeker wel een proces 22

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1983 | | pagina 24