Genootschap in 1938, geschreven door A. Scherpenisse en in 1937 door J.A.
Hubregtse, alsmede naar de dissertatie van P.H. Gallé: 'Beveiligd bestaan'
(1963).
De totale grootte van de buitenplaats bedroeg 10 bunder, 34 roeden en 50
ellen. Uitdrukkelijk wordt vermeld, dat in de koop niet begrepen waren: 'de
beide spiegels met vergulden lijsten boven den schoorsteen in de suitte, de
spiegels met vergulde lijsten boven de schoorsteen in de kleine opkamer en de
penant-spiegel met vergulden lijst op de logeerkamer, de kroon in de voor
kamer en die in de salon, de kasbloemen, heesters en planten met derzelver
potten, bakken en takken, de tuingroenten, de geslagen mutsaards, aanwezige
bloemaarde en de delfaarde'.
Al deze zaken werden dus van de koop uitgesloten.
De veiling geschiedde in 16 kavels en de eerste kavel die in veiling werd
gebracht betrof de buitenplaats, groot 1 bunder, 75 roeden en 30 ellen. De
koper van dit perceel moest boven zijn koopsom en kosten een bedrag van
1400,betalen voor de overname van: 'bomen, ijzeren hek, mahoniehou
ten buffet in de suitte, zeven vaste spiegels en voor de losse goederen, uit
sluitend bestaande uit ramen der waranda, de zonneblinden, bedstede en kast
planken, de droogstokken, zes ijzeren tuinstoelen, twee dito banken, drie
houten banken, zes dito tafeltjes, waarvan vier met marmeren bladen, een
haver- en een kastkist'.
De koper van het tweede perceel (het woonhuis dat naast de buitenplaats
stond) moest boven zijn koopsom en kosten nog 200,betalen voor de
overname van: 'de druivenkas, tuinlessenaar, bloembak, broeibakken en voor
de losse goederen als ramen, twaalf goede rietmatten en eenige van mindere
kwaliteit, ettelijke stromatten, drie spaden, tien rijven in soort, drie houwelen,
twee mestvorken, een egge, twee schoffels, twee hooivorken, acht gieters, zo
grote als kleine, vier kruiwagens, drie zagen, twee bijlen, twee boschkappers,
een aardappelzetter, twee trekschoffels, twee lansen, een boschrijve, een aker,
een rolblok, een vat met eenig teer, een plakker, een boomhouweel, een
zethouweel, vier teerkwasten, een palmschaar, een juk, een afsteker, twee
sportlijnen, een mesthaak, vier wans, een koperen bloemenspuit, twee
kappertjes, een kiemes, twee houten schoppen, twee aardzeeften, een slijp-
plank, een kist met stukken tapijt, een kastje, een kist, een grote ladder, vier
houten bakjes voor zaad, een houten bloemkuip, een polstok, een kar, 25
stuks manden, waaronder tien a twaalf van Spaansch riet'.
Voor die 200,toen waarschijnlijk een behoorlijk bedrag - kreeg men toch
heel wat in eigendom.
Mogelijk moet nu het Zeeuws Woordenboek geraadpleegd worden, om te
weten te komen, wat bijvoorbeeld een 'aker', een 'wan' of een 'plakker' is.
Het dialect voor 'aker' is 'aeker', zoals u zelt weten.
Vermeld wordt ook nog in de veilingannonce, dat de bouwlanden 'met het
rooven van den oogst 1873' te aanvaarden zijn en de weilanden met 'Sint
Catharina' daaraanvolgende en dat de buitenplaats zeer aangenaam gelegen en
tot zomer- èn winterverblijf bijzonder geschikt is.
En, zult u zich inmiddels afvragen hoe verliep die verkoping?
Wel, het herenhuis 'Vijvervreugd' werd het hoogst ingeschreven op een premie
van 100,door Jacobus Marinus van Ditmars, timmerman, wonende te
Middelburg, met een som van 7269,waarna een verhoging bij de tweede
inschrijving plaatsvond door Hendrik Jan van den Berge, koopman te Middel-
5