bouwden we een tweede, maar nu meer het land in, ongeveer een meter of 10 van de eerste af. Dat moest dan gebeuren tijdens een pauze in de beschie tingen. Twee dagen en drie nachten lagen we onder granaatvuur. In de laatste nacht viel er een granaat tussen de twee schuilkelders in. Die nacht hoorden we plotseling het geluid van een geweldige ontploffing. Toen werd het spoedig daarna stil, angstig stil. Na enkele uren - het werd al wat licht - zijn we toen met z'n tweeën op verkenning uitgegaan. De boerderijen in de omgeving bleken verlaten te zijn. Het kanon dat opgesteld stond in de boomgaard aan het einde van de Molendijk had een voltreffer gekregen en was kennelijk ook overhaast in de steek gelaten. De Molendijk was ter hoogte van de aansluiting met de Boomdijk 'in de lucht gevlogen'. Kennelijk was dat die grote klap geweest. Het gat was zeker 10 tot 12 meter diep. Duitsers waren nergens meer te bekennen, ook niet in Nieuw- land waar we later op de morgen heengegaan zijn. In de muziektent, die in het talud van de Molendijk stond, recht tegenover de Korteweg en de huidige Oude Rijksweg, was een Duits kanon door de vloer gezakt. Het was de morgen van de 5e november. Nieuwland was vrij! Nadat de B- en de D-compagnie van de Cameronians op 3 november waren teruggeslagen, kregen zij in de avond versterking van het 5e bataljon Highland Light Infantry. Die nacht konden ook weer voldoende voorraden worden aangevoerd. In de ochtend van de 4e november gaan de Schotten dan ook wederom tot de aanval over, zowel in de richting Nieuwland als in de richting Sloedam. De hofstede Groeneberg aan het begin van de Nieuwkerkseweg wordt genomen. Dat betekent het begin van het einde van de tegenstand. Ook op de Sloedam vorderen de Glasgow Highlanders, zij het moeizaam. Na met zijn bren een mitrailleursnest uitgeroeid te hebben, maakt soldaat McGregor contact met de Glasgow Highlanders op de dam. Richting Nieuwland worden ook goede vorderingen gemaakt. Vermeld is reeds, dat de Duitsers in de nacht van 4 op 5 november de Molendijk ter hoogte van de Boor idijk in de lucht lieten vliegen. Dat was in deze contreien het laatste wapenfeit van de bezetters. Het betekende tevens dat de Britten nu de situatie rondom de Sloedam en in Nieuwland en Arnemuiden - daar kwamen de eerste Schotten op 5 november - meester waren. Terug naar het begin van ons verhaal en naar het opschrift. De actie was naamloos, omdat ze niet de moeite van een naamgeving waard scheen. Sommigen (Velen?) vonden echter de overtocht door het Sloe zo'n belangrijke gebeurtenis, dat op de plaats waar de Schotten in de Bijleveldpolder voet aan land zetten op Walcheren een gedenksteen werd neergezet waarop de in het begin van dit verhaal vermelde tekst. De juiste landingsplaats staat aangegeven op het hierbij afgedrukte kaartje. De heer F. de Nooijer, ons lid dat mede gezorgd heeft voor dit verhaal, had daarvan wel eens iets gehoord. Tijdens een gesprek met de heer J. Dingemanse, wonende aan de Binnendijk te Nieuw- en St. Joosland, bevestigde deze dat er een monument geweest was. Waar was dit gebleven? De landingsplaats ligt nu in het haven- en industriegebied. Bij de aanleg werd het monument, naar bij onderzoek bleek, weggehaald. Men vond het onjuist om het 'maar weg te gooien', vandaar dat het naar een opslagplaats van de N.V. Haven van Vlissingen werd gebracht in Nieuwdorp en daar weer keurig netjes werd herplaatst. Natuurlijk klopte toen de tekst niet meer, maar men wist er ook geen weg mee. Het gekke was, dat niemand meer naar het monument vroeg. Het monument was vergeten, zoals ook de strijd 30

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1984 | | pagina 32